Als de Vleugels van een Vlinder

God said:

Kom bij Me. Vlieg op de vleugels van engelen. Jouw vleugels zijn onder je gedachten, dieper dan gedachte, hoger dan gedachte. Jouw vleugels zijn je hart. Ze komen van je ziel. Jouw vleugels zijn zich nu aan het ontwikkelen. Je vliegt naar Mij toe, wat te zeggen is dat jouw bewustzijn zich aan het openen is als de vleugels van een vlinder, en dus kom je zogezegd bij Mij op vleugels van engelen. Je moet alleen vliegen naar daar waar je al bent. Je was nooit bij Mij vandaan. Je was nooit niet diep gezeten in het Land van de Hemel, wat helemaal geen land is. Het is de mooie ruimte, kunnen We losjes zeggen, die helemaal geen plaats is, maar We noemen het ruimte, zelfs als ruimte niet bestaat. Misschien is het juister om te zeggen de ruimteloosheid waar Wij, als Eén, al en altijd verblijven.

We kunnen het de ruimte in Mijn hart noemen waar geen exclusiviteit is. Eén kan niet van Eén worden uitgesloten. Wij zijn – IK BEN liefde – en jij bent liefde en liefde bestaat, niet hier, niet daar, maar overal.

Liefde bestaat niet minder op Aarde dan ze in de Hemel doet. Alleen wordt er in de Hemel geen afbreuk aan liefde gedaan, of wordt ze niet opgeslagen, of bedekt omwille van vermeende trots of om niet gekwetst te worden of iets dergelijks, wat nooit helemaal waard is wat het kost. Jezelf het geven en ontvangen van liefde onthouden is ondenkbaar. Je hebt er echter over gedacht en je hebt het aan jouw wereld en aan jouw leven aangepast.

Oh nee, geliefde geliefden, open je hart voor alle liefde die er in de Hemel en in je hart is. Hoor Mij. Luister naar Mijn hart dat helemaal van jou is. Hoor Mijn hart. Laat Mijn hart tegen dat van jou spreken, wat wil zeggen, laat Mijn hart tot Mijn hart spreken, het hart van Mij dat in jou woont.

Laat jouw veronderstelde hart voor zichzelf spreken. Het is een sterke redenaar. Het is rustiger en subtieler dan alle zaken waar je aandacht aan besteedt en veel krachtiger. Jouw hart is zo krachtig dat het bij je is opgekomen dat het te krachtig is. Daarom bedwing je het. Jouw mooie hart, je bedwingt het. Je laat het opzij in een hoek wachten tot – tot wat? Tot het veilig is om naar buiten te komen?

Het is niet je hart dat zich bezorgd maakt over gekwetst worden. Het is jouw ijdelheid. Het alter-ego van het ego, ijdelheid, moet zichzelf beschermen. Jouw hart heeft geen bescherming nodig. Jouw hart is geen martelaar en jouw hart hoeft zich niet voor zichzelf te verbergen. Jouw hart is de mooiste roos van de wereld en je houdt het aan de kant, wachtend, wachtend waarop? Een onderscheiding? Een terugbetaling? De liefde van jouw hart is haar eigen terugbetaling. Het tegenovergestelde van de lieflijkheid van jouw hart is angst, angst voor afwijzing, angst om niet genoeg te worden gewaardeerd. Waardeer jouw eigen liefde. Jouw eigen liefde is jouw aard. Waar heb je een medaille voor nodig als jouw hart goud waard is?

Wat heeft het je gekost te zeggen: “Ik heb het blauwe lint gewonnen van wat de wereld zegt dat belangrijk en machtig is”.

Vroeg of laat besef je dat je misschien de grootste schat in het hele leven hebt verborgen en je offert hem op voor een embleem, een trofee, een armzalig surrogaat. Wat kan het jou mogelijk waard zijn jouw eigen hart weg te gooien en in reserve te doen voor een tijd van nood gekozen door jouw misleide denkgeest – Mijn hart, dat aan Mijn kinderen werd geleend, laat de eigenzinnige denkgeest van de wereld jouw hart niet overnemen. Moge jouw vlag van liefde en vrije wil steeds sterk zwaaien.

Translated by: Luus

 

Your generosity keeps giving by keeping the lights on