Zegen van God
Wat zou je er van zeggen als je een zegen bent die over de Aarde uitgeworpen is ? Wat zou je er van zeggen wanneer je werkelijke naam Zegen is, Zegen die van God komt, Zegen die van God is, Zegen die naar God toegaat, Zegen om allen te zegenen in de cirkel van de wereld en daaraan voorbij.
Wat zou je er van zeggen wanneer je inderdaad een engel op Aarde bent ? Wat dan, geliefden ? Hoe zouden jullie dan tegen jezelf aan kijken ?
Wat zou je er van zeggen, wanneer Ik, voordat je geboren werd op Aarde, tegen je zei : “ Zou je de wereld willen zegenen ? “
En jij zei tegen Mij, “ O, ja.” En je boog je hoofd, en Ik kuste het puntje van je hoofd en zegende je en gaf je aanwijzingen voor een goede reis.
Tijdens het overgaan verloor je de aanwijzingen. Je vergat je missie. Niettemin was er zoiets als een vierkante centimeter van over, en je hart wordt in beweging gebracht om zich dat te herinneren.
Misschien begon je wel te denken dat je uit het nest geworpen was, en je snapte niet waarom.
Je vergat dat je in grote dienst aan Mij was. Je vergat dat je Mij moest belichamen. En dus, worstelde je ermee om een weg te vinden, terwijl je soms wegen vond die niet de jouwe zijn.
Je paste van allerhande kleren, maar niets leek echt te passen. Ergens klopte er iets niet. Misschien was het de schouders. Misschien een manchet. Misschien een zak waar je je handen in hield. Misschien droeg je een pak dat populair was, maar dat toch niet echt bij jou paste. Je was je hele leven lang op Aarde bezig om er achter te komen wie je was en wat je hier kwam doen. Je vergat het doel van je leven.
Misschien leek je wel op een cowboy, maar wist je niet wat je met je lasso aan moest.
Misschien leek je wel een jager. Je wist niet waar je op moest jagen, en je kon ook je speer niet vinden of wat het ook maar was waar je mee moest jagen.
Misschien zat je wel op een heuveltje. Met een vlaag van herinnering keek je omhoog naar de lucht en je vroeg je af wat zich daar bevond voorbij datgene dat je ogen nog konden zien.
Je vergat de woorden die Ik tegen je gesproken had, en je herinnerde je woorden van anderen die ook niet wisten wat ze hier kwamen doen op Aarde.
Het was een leven met grijze luchten, en de zon leek er maar niet doorheen te kunnen komen. De zon scheen al die tijd al, alleen zag jij dat niet zo duidelijk door de mist. Je zag, misschien, donkere schaduwen van de zon.
En toen begonnen de zonnestralen door te breken. Je begon ze te zien. Het was alsof je wakker werd. Alles was nog steeds hetzelfde, alleen nam jij het nu anders waar. Je zag de Hemelen opengaan, en dus ging jij ook open. Wie ging eerst open ? De Hemelen of jouw ogen ? Wie was laatst wanneer er geen laatst bestaat ?
O, geliefden, jullie zijn nog maar net begonnen om naar je omgeving te kijken. Jullie zijn omgeven door jezelf. Jullie probeerden jezelf met een lasso te strikken. Jullie jaagden al die tijd alleen maar op jezelf. De speer die je niet kon vinden was een speer van liefde. De lasso was een touw van liefde. Al die tijd waren jullie als Jack en de Bonestaak opklimmend naar Heaven waar de enige reus die je wacht, liefde is.
Je keek in de stroom van liefde en je zag jezelf. Ook, wanneer je een gigantische reus zag, was dat jezelf die je zag. Wat je ook maar zag, het was een schaduw van jezelf.
Terwijl je naar de zon bleef kijken, begon je je wortels te herinneren, en je klom omhoog, als het ware, en ging de Heaven binnen die je nooit verlaten had behalve dan in je gedachten.
Aan het begin van dit avontuur op Aarde, had je gelijk dat je niet wist waar je was en wat je hier geacht werd te doen. En, toch, waarom ben je zo verbaasd over datgene dat je altijd diep van binnen al hebt geweten ?
Translated by: ancoterpstraPermanent link to this Heavenletter: https://heavenletters.org/zegen-van-god.html - Thank you for including this when publishing this Heavenletter elsewhere.
Your generosity keeps giving by keeping the lights on

