Je weet al dat een andere naam voor Mij liefde is. En liefde is ook jouw echte naam. En je weet dat je liefde met andere namen ervaren hebt - met vreugde, geluk, bijeenkomsten, ogen ontmoeten die van jou enzovoort. Ik introduceer Mijzelf aan jou op vele manieren. Als je erover nadenkt, als je het gaat voelen, het ervaren, weet dan wat je al van Mij ervaart als jouw Zuivere Zelf.

Toch blijven sommigen verder zwoegen zonder het besef van de zegen Mij te kennen. Ze kunnen tegen Mij zijn en toch ontvangen zij evengoed Mijn zegeningen.

Er is niemand en niets in het Universum wat zonder Mijn liefde is. Dat is een onmogelijkheid.

Het is zo dat sommigen of velen een lijst bijhouden van hoe Ik moet zijn, wat Ik moet doen voordat Ik hun gunsten kan winnen, hoe de wereld waarvan zij dromen moet veranderen. Ze moeten denken dat zij de kaarten in hun handen houden. Natuurlijk doen ze dat tot op zekere hoogte ook, en dat doe jij ook. Jouw gedachten kunnen bepalen wat er gebeurt. Jouw gedachten kunnen het Lot bepalen.

Ik moet niet bewezen worden. Ik moet gekend worden. Laat Me dat nog eens zeggen. Ik moet niet bewezen worden. Ik moet gekend worden. Je kunt Mij niet bewijzen. Je kunt Mij alleen kennen. Ondanks alles kun je Mij kennen.

Sinterklaas, die toegegeven fictie is, is gekend geworden. Karakters in romans kunnen gekend worden, misschien beter dan veel mensen met wie je nauw omgaat. Er hoeft niet iemand fysiek voor je te verschijnen om je ermee te verbinden. En dus ben Ik ongezien en toch kun je je met Mij verbinden. Opdat jij Mij kent, hoef Ik geen baard te hebben of in een arreslee te rijden of als de koe te verschijnen die over de maan springt.

Feit is dat jouw hart Mij kent. Je hoeft slechts te ontwaken tot dat wat je hart weet. Het is niet zo dat je echt moet ontwaken. Het is zo dat je jouw hart leert kennen. Alles op jouw tijd is mooi. Ik weet dat je tot je hart zult ontwaken en dat is goed genoeg voor Mij.

Geloof het of niet, Ik ben veel gemakkelijker te plezieren dan jij. In werkelijkheid ken Ik geen misnoegen. Ik ken liefde. En Mijn liefde is constant. Mijn liefde is voortdurend. Mijn liefde wordt nooit zwakker, ongeacht hoe het jouw belegerde geest mag lijken. Mijn liefde is een brandende kaars die nooit flikkert. Je hebt Mijn liefde. Ze is al de jouwe. Je bent volledig in Mijn liefde gevestigd. Het is jouw liefde die je misschien nog niet in je opgenomen hebt. Middenin wat je als tragedie ziet, ben Ik er nog steeds. Onder alle omstandigheden kun je Mijn liefde oppakken.

Mijn liefde is op de tafel voor je neergezet, misschien als een glas limonade. Alles wat je doen moet is het oppakken. Iemand serveerde jou limonade, maar jij bent het die het glas moet oppakken om het te drinken. Limonade in een glas waar je doorheen kunt kijken. Als het op Mijn liefde aankomt, drink je er al van, of je zou niet bestaan. Om bewust besef van Mijn liefde te hebben, moet je jezelf bedienen. Je moet van de bank waarop je zit opstaan en dichter naar Mij toekomen. Ik kan niet dichter naar jou toegaan. Kom hier bij Mij in je bewustzijn. Je kunt het. Jij bent de enige die het kan doen als het op jou aankomt.

Je kunt anderen helpen dichter bij Mij te komen, maar alleen zover. En dat is ook hoe ver iemand jou kan helpen. Je bent je eigen bezorger, begrijp je Mij? En toch, op het moment dat je Mij echt binnenin jou wonend vindt, kan het lijken dat je door een Goddelijk Wezen geridderd werd, maar je bent een Goddelijk Wezen Dat jezelf ridderde.

Jij en Ik zijn Eén. Er is maar Eén God bij welke naam Hij of Zij ook gekend wordt. Is er niemand om naar te kijken, geliefden, want jullie en Ik zijn Eén.