Geschapen naar Gods Beeld

God said:

Een rode draad loopt door jullie leven heen en de draad ben Ik. Het is alsof je in de trein van God rijdt. Er is geen mogelijkheid om uit te stappen. God is hier aanwezig om te blijven. En Ik blijf bij jullie. Je zou kunnen zeggen dat Ik nooit ver van jullie ben. Het klopt beter te zeggen dat Ik altijd dichtbij jullie ben, jullie die zo vertrouwd met Mij zijn, zo vertrouwd, geliefden, dat jullie Mijn eigen Zelf zijn. Hoe teder verstrengeld zijn Wij.

Jullie zetten geen stap zonder Mij. Natuurlijk denk je dat je dat gedaan hebt. Soms heb je gedacht dat Wij Ons op tegenovergestelde einden van de Aarde bevinden en toch, al die tijd, bewegen Wij Ons als Een, want Wij zijn Een. Wij zijn een onbetwistbare maar nog ontkende Eenheid.

Het is niet mogelijk voor jullie om langs de weg te vallen. Er is geen kant van de weg, want jullie kunnen niet uit de cirkel van Mijn Hart van Liefde zijn. Jullie staan in Mijn Hart gegrift en Ik sta in dat van jullie gegrift. Wij, geliefden, het Een-Zijn van Ons, zijn het wezenlijk goede. Ik ben Liefde en jullie zijn Liefde en nooit zal de Ene scheiden.

En toch, wat gedachten betreft, hoe ver van het doel zijn jullie geweest. Jullie zijn een meester van fantasie. Jullie zijn ook een meester van te zwakke weergaven. Zelfs als je overdrijft, druk je je te zwak uit. Alhoewel alles van je leven een wilde overdrijving is geweest, zei je nooit genoeg. Je maakte schilderijen van je leven en toch bedekte je zelfs die tekeningen met je hand. Je dacht dat je door je leven aan het krabbelen was, terwijl je aldoor een voortreffelijk kunstenaar was. Je was zo een kunstenaar dat je er zeker van was dat de schilderijen die je maakte echt waren. Je schetste in de lucht. Je trok enkele rechte lijnen en trok enkele kromme lijnen. Je deelde enkele raakvlakken met andermans schilderijen. Jullie gooiden hier en daar wat door elkaar, op goede grond en slechte grond en jullie vergaten dat jullie reeds vol-wassen waren. Jullie vergeten naar Wiens Beeld jullie waren. Jullie waren jullie eigen verbeelder. Jullie verbeelding was groot, toch konden jullie je zelfs geen voorstelling maken van Mijn Beeld en wat het zou kunnen betekenen naar Mijn Beeld te zijn.

Je kunt je nog nauwelijks voorstellen dat je een weergave van Mij bent, dat je Mijn licht bent terugkaatsend van een grotmuur, of een huis gebouwd van specie en bakstenen, of met stro bedekt, of onder een boom, in de stad of in de wildernis. Ongeacht waar je lichaam zich bevond, je ervoer het alsof je in een wildernis leefde. Geliefden, jullie bestonden in een wildernis van jullie gedachten. Jullie gedachten alleen ontwierpen een beeld van jezelf. Jullie zijn geschapen naar Mijn beeld en toch is jullie schilderij van jezelf niet naar Mijn beeld gemaakt.

Of je nu een kubist of een landschaptekenaar bent, ongeacht wat je stijl is, jouw wijze van schilderen van het leven heeft het doel gemist. Jouw schilderij is tegen gevallen. Jij en Ik vallen niet tegen. Jij en Ik vallen helemaal niet tegen. Ondanks de volslagen wildheid van je verbeelding, heb je niet het Beeld van Mij binnenin jou herkend. Jij, die nog geen duim van Mij vandaan kan gaan, hebt afstand ingebeeld. Je hebt in ruimte en tijd geloofd, veel meer dan dat je in Mij hebt geloofd. Je wilt bewijs van dat waar jij Zelf zelfs het bewijs van bent.

Jullie leven in een wonder en je noemt het alledaags of een wilde rit. En toch ontvluchten jullie De Waarheid en noemen jullie je schilderij werkelijkheid. Jullie schilderij is nauwelijks een schijn van De Waarheid. Het is surrealistisch. Diep in jullie hart, weten jullie het en toch bedekken jullie de diepte van je hart met andere dingen die gemakkelijker voor je zijn om te accepteren – alle andere dingen die ver verwijderd zijn van Mijn gedachten over jullie.

 

Your generosity keeps giving by keeping the lights on