Een Groots Moment
Je bent een nomade, weet je. Zelfs op Aarde reis je in de ruimte, in wat ruimte genoemd wordt. Ik zeg dat je een nomade bent omdat je een reiziger bent. In werkelijkheid spring je van het kastje naar de muur. We kunnen het kastje Hemel noemen en de muur Aarde, zelfs als ruimte en plaats niet echt bestaan.
En toch ben je feitelijk, dat wil zeggen vanwege Aardse doeleinden, ergens, altijd ergens, her en der, in de Hemel en op Aarde. Je bent aan het stuiteren van de een naar de andere. Je bent je meer constant bewust van de Aarde. Het is als een vogelnest in een boom. Je noemt het thuis terwijl je Ware Thuis schijnbaar verder weg van je is, zelfs als de Hemel zo dichtbij je is als Ik ben, en dat is inderdaad heel dichtbij.
Er wordt een grap met je uitgehaald, want Ik ben jou, en Wij, de Eén van Ons, kunnen niet dichter bij elkaar zijn. Je neigt ertoe te denken dat Ik in een land ver weg ben, terwijl Ik een plaatselijke bewoner ben. Ik zou niet nog meer een plaatselijke bewoner kunnen zijn. Zelfs als Ik niet gelokaliseerd kan worden zoals jij meent dat lokaliseren is, ben Ik deel en onderdeel van jou, Mijn geliefde jou, Mijn Schepping in Oneindigheid en Eeuwigheid. Niemand, niets kan Ons scheiden. Slechts in jouw bewustzijn bestaat het onmogelijke.
Het is meer dan mogelijk dat Wij bestaan als Eén. Het is meer dan waarschijnlijk. Het is veel meer dan waarschijnlijk. Het is een zekerheid. We kunnen zelfs niet zeggen “de kans bestaat”. Er zijn geen kansen in het spel. Dit is een zekere weddenschap. Wij zijn Eén. Zijn dat altijd, zijn dat altijd geweest, zullen dat altijd zijn. We zijn oneindig en eeuwig Eén Schitterend Wezen. Vanaf het begin hebben Wij Onze Eenheid gekend. Vanaf het begin heb Ik Mijn Bestaan nooit uit het oog verloren. Mijn bestaan is het jouwe, maar jij, deze vonk van Mij, jij ziet Mij, jou, Ons, de Eén van Ons, als zo ver weg als maar zijn kan. Daarom ben je ver verwijderd van jouw erkenning van jouw lieflijk Wezen. Daarom ben je een vreemde voor jezelf. Niettemin ben je nooit van Mij vervreemd en daarom van jouw Zelf.
Je bevindt je in het donker. Je bent vergeten je ogen open te doen. Je staat in de Heldere Zonneschijn van Mijn Liefde. Jullie staan niet tegenover Mij, geliefden. Je bent in Mijn Blinkend Licht, en je bent Mijn schitterend Licht. Blinkend in het Zonlicht zie je Mij niet. Raak gewend aan het Schitterend Licht en je zult Mij kennen als jouw Eigen Zelf.
Wat is hier zo moeilijk aan? Maak je het onbereikbaar? Kijk er op deze manier naar.
De Aarde was altijd de Aarde. Eens werd ze gezien als een kleine plaats. Pas toen er op de Oceaan gevaren werd, werd ze gezien als groter dan eerst gedacht werd. Degenen die aan een kust van de zee woonden, dachten dat het alles was wat er was. En toen werden landen die altijd al bestonden ontdekt, en dus werd de fysieke wereld groter. Wat was er veranderd behalve het bewustzijn? Er was niets nieuws ontdekt. Het is gewoon dat het allemaal nieuw was voor de ontdekkers.
En zo ontdek je Mij. Jouw horizon verbreedt zich. Duisternis wordt vaag en Zonlicht wordt helder en helderder tot Alles Zonlicht is. Jouw ogen passen zich eraan aan. De pupillen van je ogen passen zich aan. En dus past jouw bewustzijn zich aan de Pracht van Mij aan, die toevallig ook de Pracht van Jou is, deze zogenaamde jou of de Jou Die God Genoemd wordt. De fictie van veelvoud is in de wereld gezaaid. Zelfs hoewel het fictie is, werd het gewas geoogst. En jij nam er genoegen mee.
Dat doe je niet langer. Je wordt wijs wat de manieren van de wereld aangaat. Je komt dichter bij jouw verwezenlijking van Wie Je Werkelijk Bent. En dus kom je dichter bij Mij tot het Grootse Moment dat je weet wat altijd zo geweest is, dat jij en Ik Eén zijn.
Translated by: LuusPermanent link to this Heavenletter: https://heavenletters.org/een-groots-moment.html - Thank you for including this when publishing this Heavenletter elsewhere.
Your generosity keeps giving by keeping the lights on

