De Poorten van Oneindigheid en Eeuwigheid
Nooit ben Ik ongeduldig met jou. Kun jij je voorstellen dat Ik Mijzelf in ongeduld zou verwikkelen? Ik ben geduldig noch ongeduldig. IK BEN. Het bestaan van geduld en ongeduld zou een instelling van tijd vereisen. In de Eeuwigheid is er geen tijd. Er is niets voor Mij om geduldig of ongeduldig in te worden. Ik tik niet met Mijn voet. Ik suis niet rond. Feitelijk hoor Ik, voel Ik, zie Ik, weet Ik, en jij hebt Mijn hart rond je kleine vinger gewonden. Ik schep behagen in je. Waar kan ongeduld in genoegen zijn? Waar ontstaat ongeduld anders dan uit een gedachte dat tijd verspild wordt of dat je te langzaam gaat, alsof je haast zou moeten hebben omdat iemand anders dat heeft? Iemand die ongeduldig is heeft haast.
Wat de wereld aangaat ben Ik geduldig, maar Ik heb niet zo’n gedachte in Mijn hoofd en Mijn hart heeft ook geen geduld of ongeduld.
Vraag je of een kei die millennia op dezelfde plaats heeft doorgebracht geduldig of zo is? Hoe zou een kei ongeduld moeten kennen? Een kei doet wat keien doen. Ze kennen niet het concept van wachten of niet wachten.
Keien zijn in stilte. Waar kan in stilte lawaai zijn? Zoek niet naar het eindige in het Wezen God die IK BEN. Jullie, geliefden, moeten Mijn karakteristieken overnemen. Ik trek niet die van jullie aan. Zoek niet naar het eindige in Mij.
Als Ik over tijd spreek, dan spreek Ik in wereldse termen. Ik ben niet in tijd zoals jij aan tijd denkt. Ik heb geen haast, noch ben Ik langzaam. Ik ontvang jullie elke minuut. Ik ben vol van Mijn liefde voor jullie, en toch heb Ik rijkelijk de ruimte om meer te geven. Natuurlijk is het zelfs niet zo dat Ik liefde geef. IK BEN liefde. Ik ben niets anders. Als je alle draden van het leven zou kunnen zien en hoe ze ineen- en rondwikkelen, allemaal op een platform van Oneindigheid, dan zou je ook geen ongeduld kennen. Je zou er niet over dromen.
Er is geen haast en er is geen verspilling in de Hemel. In een Hemel die zonder grenzen is, is niemand begrensd. Kun jij je dat voorstellen? Ik kan niet gebonden zijn noch ongebonden. Ik ben onbegrensd en daarom vrij. Tijd is een grens en Ik heb er geen.
In de wereld is tijd een gebod. Tijd slaat jou heen en weer. Tijd neemt jou bij de nek en schudt je. Jij bij wie tijd kan opraken kunt er niet van weg komen. Tijd bijt je in de hielen. Hij zegt je dat je te snel gaat of dat je te langzaam gaat. De metronoom van tijd tikt jouw leven weg. Jouw leven is tijdloos, maar tijd begrijpt dat niet. Tijd grijpt jou en geselt en prikt je alsof tijd bedoeld is jouw heilige meester te zijn.
Tijd is iets wat voor jou op het spel staat. Zijn heeft niets wat op het spel staat. IK BEN en kan niet ooit niet zijn. Het is hetzelfde voor jou, maar jij voelt je op drift. In deze minuut van Oneindigheid ben je al op tijd. Ik zie jou klaar om de deuren neer te slaan waarvan je ziet dat die Ons scheiden. Je gaat de poorten van Oneindigheid en Eeuwigheid openzwaaien, en je zult geen tijd zien of tijdverspilling of enige noodzaak om haast te maken of de tijd te nemen, want hier is er geen tijd te nemen, geen tijd om iets in te doen, geen tijd te missen. Er is simpelweg Eeuwigheid en Oneindigheid die tijdloos zijn, vrij, zorgend, liefhebbend, genietend van wat er zich toevallig ook maar voordoet op dit moment van Eeuwigheid.
Translated by: LuusPermanent link to this Heavenletter: https://heavenletters.org/de-poorten-van-oneindigheid-en-eeuwigheid.html - Thank you for including this when publishing this Heavenletter elsewhere.
Your generosity keeps giving by keeping the lights on

