De Grote Inquisitie I

God said:

Er zijn wat vragen die geen antwoord voor je hebben. Geen antwoord bevredigt er. Vragen die je stelt als deze:

“Waarom stierf hij? Waarom werd er een baby geboren die een chromosoom of een ledemaat mist? Hoe kan liefde schijnbaar niet in het menselijk hart zijn? Hoe kan er moord zijn in een wereld die God schiep? Waarom is er lijden? Hoe kan menselijke liefde tegelijkertijd voelen als pijn? Zelfs voordat liefde voor een ander opgenomen wordt kan het als pijn voelen. Hoe kan er verlies zijn? Hoe kan het leven zo krachtig zijn en toch zo breekbaar? Bent U harteloos, God? Hoe kunt U welwillend naar ons lijden kijken en ons niet naar U horen uitroepen?”.

Dit zijn vragen die jij stelt, niet Ik.

Hoe kunnen deze vragen in menselijke termen worden beantwoord? Als je kunt antwoorden zodat jouw hart het begrijpt, kom dan nu naar voren. Je bent niet tevreden met te horen: “God kent de reden”.

Jouw gedachten gaan verder. Je zegt tegen Mij:

“Misschien is het leven een warboel van vele dingen, alsof het allemaal in de lucht wordt opgegooid en toevallig op deze manier landt. Als het leven geen warboel is, dan is het ontworpen en betekenisvol. Wie zou er ooit het leven op deze manier ontwerpen? Wat voor soort God zou pijn en lijden insluiten? Welke God zou ooit pijn toestaan, laat staan veroorzaken? Is God een God van liefde of niet? Welke liefde zit er in pijn?

Hoe kan zo’n mooie wereld, zo vol schoonheid, zo voortreffelijk voor ons neergezet ook coëxisteren, of lijken te coëxisteren, met ellende? Ellende moet gierigheid betekenen. Hoe kunnen er in zo’n overvloedige wereld vrekken van het leven zijn die zich geen centimeter naar een ander toe kunnen bewegen? Beweegt U, lieve God? Zelfs terwijl Ik U ondervraag, bent U mij dierbaar. U bent het allerbelangrijkst voor mij en toch twijfel Ik aan Uw vermogen. Ik trek U in twijfel. “Hoe kan het leven zelfs bestaan? En als U, God, het Universum schiep, Wie schiep dan U? Ja, ik weet dat mijn vragen in een kringetje draaien.

“Oké, het leven werd ons gegeven om te ervaren en dan is de vraag: “Waarvoor? Waar is het leven hoe dan ook voor? God, misschien zegt U dat het leven voor ons geschapen werd als geschenk. Dat zou U zeggen, hè?

“U zou ons zeker zeggen met Kerstmis iemand te geven wat hij wil. Dat zou U, hè? U zou ons niet zeggen een vriend of familielid iets te geven wat hij niet wil. Dat zou U niet, hè? En toch hebt U ons veel gegeven wat wij niet willen, niet voor onszelf of voor iemand anders.

“Wat voor soort God zou toestaan dat Kaïn Abel doodde, toch stelde U Kaïn vroeg in het verhaal voor.

“God, U zou waarschijnlijk zeggen dat U Kaïn vrije wil gaf en vrije wil moet vrij zijn om zowel te kwetsen als te zegenen. U heeft ons het gevoel gegeven dat vrije wil iets goeds is. Bent U het Die ons daarvan overtuigt? Wat moeten simpele mensen ervan denken? Wat moet ik ervan denken?

“U zegt ons met ons hart te leiden en niet onze denkgeest. Onze denkgeest analyseert. Onze denkgeest overdrijft met analyseren, maar onze harten doen pijn en breken. Als U ons zou kunnen helpen het te begrijpen, dan zouden we dankbaar zijn en toch zegt U dat er geen manier is dat wij het kunnen begrijpen op het niveau van begrip dat wij nu hebben. Dat is waar. Ik begrijp het niet en U geeft toe dat het nu niet begrijpelijk voor mij is, maar wat voor soort antwoord is dat?

“Als U God bent, kunt U ons dan niet helpen het te begrijpen? U zegt dat begrip een machtiger niveau van bewustzijn vereist en dat we het op een dag door en door zullen hebben. Waarom geeft U ons dat niveau van begrip dan niet nu meteen? Kunt U dat niet? Bent U God of niet? Voert U niet het hoogste bevel? Is er iemand anders aan Wie U rekenschap aflegt?

En Ik zeg tegen je:

“Jouw vragen zijn niet nieuw. Jouw vragen zijn zo oud als de tijd. Voordat tijd geboren werd, had je deze vragen niet”.

Ik zal deze vurige discussie voortzetten.

Translated by: Luus

 

Your generosity keeps giving by keeping the lights on