De Aarde-Ster van Gods Liefde
Onze voortzetting hand in hand is verzekerd. We zijn een schip dat is uitgevaren en We zijn makkers. Mij noem je Kapitein en jij noemt jezelf stuurman. In zekere zin is dat Onze overeenkomst. In waarachtiger zin zijn We Eén. Er is Eén van Ons. Toch zijn We graag makkers die dwars over de oceaan varen. Zelfs als We varen en varen, zijn We een stil beeld. Het ziet eruit alsof de wind achteruit blaast, en de golven wassen en nemen af als de maan in de uitgestrekte hemel, en toch zijn We een stil beeld. We staan op het punt te gaan varen. We zijn al op het midden van de oceaan, en We zijn klaar om aan wal te gaan. We zijn niets anders dan Stilte en toch zijn er grote golven van Onze Stilte, die koppen vormen en oprollen, oprollen en koppen vormen, Wij Die de Zee zijn lijken te varen. De horizon is uitgestrekt. Onze harten zijn uitgestrekt. Alles is Uitgestrektheid, zelfs al is er geen maat van. Er is geen begin of einde aan Onze Onmetelijkheid. Wij zijn de golvende heuvels van het leven. Er is een getijde van Ons in de Onmetelijkheid van Stilte of de Stilte van de Onmetelijkheid.
Wij ZIJN. De definities doen er niet toe. Feit is dat We niet gedefinieerd kunnen worden, maar dat is waar het leven in de wereld om lijkt te gaan, een definitie, een identificeerbare definitie, een onweerlegbare puzzel op dat niveau. We weten en worden gekend op een uitgestrekter niveau dan definitie. In die zin, zijn Wij een onoplosbare puzzel.
En dus is het leven op Aarde een zoeken naar antwoorden op de puzzel die niet gevonden kan worden, maar waarvan het aanvoelt dat die dringend moet worden opgelost. Wat valt er op te lossen? Je verstand wil weten wat het hart en geest al weten. Diep van binnen weet je echt dat wat je het Onbekende noemt. Grappig nietwaar, dat je de Waarheid het Onbekende noemt, als je haar al kent. De weggezonken kennis is de Gekende Kennis. De hele rest is warrelingen en rimpelingen. Je moet denken dat je dat wat al genaaid is moet stikken.
Harten zijn op hun plaats. En hart en geest en Stilte zijn alles wat er te kennen is. De hele rest is speculatie. Je maakt weddenschappen als de uitkomst steeds verzekerd is. Je houdt ervan te speculeren. Je geest houdt ervan in het gebied rond te trekken en het vee te vangen. Er is alleen het weiden van je hart, geliefden. Je weidt als het ware de herder. Je achtervolgt jezelf. Je hoort de roffels van je eigen hart en noemt de roffels het begin van tijd.
Je hart is geroerd. Jij roert het. Jij verzamelt het. Jij probeert het te doorgronden. Het is ondoorgrondelijk. De Zon en Maan co-existeren. Het is als het onmogelijke en het onmogelijke is dat wat er is. Jij bent de Zon en de Maan en je co-existeert met de Eenheid. Onmogelijk, maar dat is zoals het is.
Je bent niet te beteugelen en toch trek je aan de teugels aan jezelf. Je begint en stopt jezelf als je niet te stoppen bent. In Ons Hart rust je en je slaapt nooit en bent altijd wakker. Je bent altijd onder de paraplu van Mijn hart. Je bent spaken van Mijn liefde. Je straalt. De paraplu draait om zijn as, en dus verschijnt de Poolster aan de hemel. De Poolster lijkt alles op zijn plaats te houden, zelfs als er geen plaats is om iets te houden.
En ziedaar, jou. Jij bent de Aarde-Ster van Mijn Hart, en Mijn Hart is vol met liefde voor jou en met Mijn liefde voor jou, het Eeuwig Leven begint en blijft, het Eeuwig Leven wat is wat altijd geweest is.
Translated by: LuusPermanent link to this Heavenletter: https://heavenletters.org/de-aarde-ster-van-gods-liefde.html - Thank you for including this when publishing this Heavenletter elsewhere.
Your generosity keeps giving by keeping the lights on

