Wie Bezit de Zon?

God said:

Van Mijn hart naar het jouwe heb Ik liefde aangereikt, en van jou uit, gaat Mijn liefde naar de hele wereld. En toch, hoe Ik dit moet zeggen -- er is geen Mijn liefde. Er is niet zoiets. Er is liefde en liefde stroomt van het ene hart naar het andere. Er is geen andere manier.

Er zijn geen pakketten van liefde, en er is geen eigendom. In Waarheid is er geen eigendom periode. Wat is in eigendom in de wereld? Hoe kan illusie eigendom worden? Velen kunnen het hebben. Allemaal kunnen ze het hebben en toch is de liefde in niemands bezit. Het is van iedereen. Het is van allemaal. Illusie staat niet op eigen benen. Poef en de illusie is verdwenen.

Wie bezit de regen? Of de zon? Wie kan iets voor zichzelf houden? Ik veronderstel dat men voedsel voor zichzelf kan houden. Het allemaal opeten. Maar dan is het weg. Ik veronderstel dat men zou kunnen zeggen dat het eten in zijn eigen cellen is gegaan. Wie echter bezit zijn lichaam, vet of mager?

We zouden kunnen zeggen dat jij de eigenaar bent van jouw ziel. Het is jouw ziel immers, en toch, en toch, zijn zielen bezit? Zeker, jouw ziel is onder jouw hoede. En je ziel is iets wat je met je meeneemt, en, toch, mee en mee, versmelt jouw ziel met Mij. Ja, Wij kunnen het zo beschouwen dat jij Mij bezit. Jij bezit Mij meer dan iets anders. Ik ben van jou. Mijn armen zijn wijd open voor jou.

Nu, teruggaand naar Mijn punt, bezit een moeder haar kind?

Wat is de verdienste van eigendom? Jij zou kunnen zeggen dat jij jouw huis bezit. Het kan zijn dat jij er je hele leven in woont. Uiteindelijk heb je je huis gehuurd. Of je het leuk vindt of niet, het is een pacht. Zelfs als jij in een huis woont dat aan jou is verpacht voor de gehele tijd van dit leven, het is een gehuurd pand. Jij zult het verlaten.

In een ander opzicht zouden We kunnen zeggen dat jij de eigenaar bent van de wereld. Er is Waarheid in deze. De wereld is van jou om te doen wat je verkiest. De wereld ligt in jouw handen. Jij draagt er de verantwoordelijkheid voor.

Misschien bezit jij wanneer jij geeft. Jij kunt hier de verantwoordelijkheid voor nemen. Jij bezit de nachtegaal die je vrijlaat uit de kooi. Jij bezit zijn schoonheid als hij vliegt en als hij zingt. Jij bezit zijn geluk. Hoe vrijer de nachtegaal, hoe meer je hem bezit. Jij bezit wat je aan hem geeft.

Ik hou ervan hoe Ik denk. Wanneer jij een glimlach schenkt, ben jij de eigenaar. Als je geluk geeft, is het van jou.

Wat je achter slot en grendel houdt, bezit jij niet. Nee echt, jij bezit geen diamanten. Als je aan hen gebonden bent, bezitten zij jou. Jij betaalt verzekering voor hen en voor de kluis in de bank. Jij kunt de sleutel bezitten, echter slechts voor een tijdje in de illusie van tijd en eigenaarschap.

En zo komen Wij terug tot het besef dat je niets bezit.

De rijkste man ter wereld bezit niets. Hij bezit nauwelijks zijn eigen vrijheid.

Wie heeft meer vrijheid in zijn leven, de miljardair of de zwemmer op het strand? Wie bezit de Oceaan? Men kan surfen. Je zou kunnen zeggen dat je een golf hebt gevangen, wie kan nochtans een golf vangen? Zij kan niet op de muur worden gelegd. Golven kunnen niet vast gehouden worden. Golven kunnen alleen komen en gaan, net zoals dat de waarheid is over jouw lichaam op Aarde. Jouw lichaam is een fluctuerend iets, en dan is het er niet meer.

En nochtans, jij, jij het evenbeeld van Mij, jij BENT.

Translated by: Anneke

 

Hey friends! We're doing our best to keep this website alive. Every contribution helps. Please consider sending us support through Paypal. Thank you