Wat is er vandaag met dat hart van jou aan de hand? Dat hart van jou stuitert op en neer, op en neer. Ja, je wilt dat je hart bewogen wordt, maar misschien niet zo erg als je hart dat wil. Jouw hart, dat grenzeloos is, moet zichzelf niettemin niet te dun verspreiden. Jouw hart, anders dan het Mijne, kan niet overal tegelijk zijn. Jouw hart moet een gepaste snelheid aannemen. Het kan zich niet overal spoeden.

Heb lief en houd van jezelf. Zorg en zorg voor je hart. Jouw hart is onbeperkt en toch kan het niet op de wenken van alles en iedereen klaar staan. Ja, jouw hart kan zichzelf niet elke dag besteden aan alles wat iedereen mag wensen. Vermeende anderen moeten niet aan de touwtjes van jouw hart trekken. Snap je wat Ik zeg? Ik zeg dat jouw hart overal naar iedereen moet gaan, en Ik zeg je ook je te onthouden van het overmatig besteden van jouw hart.

Ja, je moet een vriend van allen zijn, maar dat betekent niet dat als je vriend lijdt, jij ook moet lijden. Dat is je hart overmatig oprekken. Je bent naar de bank gegaan en hebt je fondsen opgenomen. Je hebt jouw limiet overschreden. Zie je wat Ik bedoel? Soms rek je jouw hart, in naam van een vriend, in de naam van liefde, overmatig op. Je staat anderen toe teveel van jouw hart te nemen. Jouw hart heeft geen bodem en tegelijk kun je jouw hart niet alle kanten op laten gaan alsof jouw eigen hart niet meetelt.

De Grote Spirituele Wezens hadden lief met heel hun hart, maar ze putten zichzelf niet uit. Zij gaven niet al hun energie weg. Zij hadden lief en zij waren geliefd en toch was hun hart niet iets waarvan iedereen zich naar believen kon bedienen. Zij sneden hun harten niet te dun.

De Grote Spirituele Wezens voelden het leed dat anderen hadden en toch leden zij niet. Welk nut zou dat voor iemand gehad hebben? Zij waren betrokken en toch namen zij het leed niet over. Maar jij doet dat misschien wel. Jij kunt geneigd zijn andermans leed op je te nemen.

De Groten gingen niet gebukt onder het leed van anderen.

Boeddha staat bekend om zijn geluk. Hoe zou hij Boeddha geweest kunnen zijn als hij met iedereen die bij hem kwam gehuild had?

Als een man voor genezing naar Christus kwam, nam Christus niet de mans ziekte op zich. Hoe zou Christus genezing hebben kunnen oproepen uit zwakheid? Nee, alleen uit kracht.

En jij, zelfs als een vriend voor allen, moet jouw kracht handhaven. Je kunt het gewoon niet allemaal weggeven. Je stelt jezelf niet voor iedereen beschikbaar om te nemen of er beter van te worden.

Het is zo’n evenwicht waarover Wij spreken. Je bent hartevol. Je bent niet harteloos, helemaal niet. Het is een meer universeel hart dat je geeft en niet het overdrijven van het geven van jouw eigen persoonlijk hart.

Dus moet het jou lijken dat Ik je een gemengde boodschap geef. Ik zeg: “Geef je hart aan allen”. En dan moet het jou lijken dat Ik tegelijk zeg: “Houd je hart in stand”.

Misschien zou Ik moeten zeggen: “Geef je hart en ga dan verder. Blijf niet op één plek. Blijf niet steken”. Zoals Ik het Mij herinner liep Christus altijd door. Hij bleef in beweging.

Hij was altijd een constante en toch bewoog hij voort. Zijn licht zou blijven als hij verder ging. Hij kon meer geven omdat hij verder ging. Hij kon meer geven omdat hij niet teveel van zichzelf gaf.

Hij beschouwde zichzelf niet als een Redder. Hij was de Boodschapper. Bovenal wist hij waar alle zegeningen vandaan komen. Hij vergat nooit de Bron en het was uit Mijn zak dat hij gaf. Begrijp je Mij nu?