Keer Terug naar Stilte
Mijn hart maakt buitelingen als Ik aan jullie denk, en Ik denk steeds aan jullie. Tegelijkertijd (Ik spreek over de mythe van tijd) stop je Mijn hart. Mijn hart houdt op met kloppen als Ik in je mooie ogen kijk. Jullie, geliefden, in al je schoonheid en onschuld, zijn een hartstopper.
Als allen kijken zoals Ik, als allen liefhebben zoals Ik, zullen We geen bevroren beelden zijn, maar We zullen stil zijn. We zullen in de diepten van Onze harten leven en in de diepten is er stilte. We zouden kunnen zeggen dat We in de diepten de pijl gespannen hebben. En daar zijn We, het leven in gezweefd voordat de film waarin We zijn begint, voordat de film waarin We zijn geanimeerd wordt, voordat de Regisseur zegt: "Lichten! Camera. Actie!".
We zijn gereed. We zijn klaar. We zijn vol energie. We zijn op het moment voor animatie waar Stilte regeert.
We zijn de paarden aan de poort voordat We starten. Er is een signaal, misschien een geweerschot en weg zijn We.
Dit is wat Ik je wil zeggen. Terwijl We over de baan racen, terwijl We zo snel bewegen, zijn We toch in Stilte, in een Onbeweeglijke Stilte. De Stilte rijdt met Ons mee. Ze valt er nooit af.
Je bent misschien zo vurig in de hitte van de race, je denkt misschien vooruit, zozeer ben je bij de race betrokken geraakt, zo betrokken geraakt bij de race dat Onze Krachtige Stilte vergeten is en alles waar je aan kunt denken de race is. Het is één ding over een race in het leven te spreken. Het is een ander ding te denken aan Onze totale omarming van wat er in het leven gebeurt. Nu spreek Ik over jou alsof je van Mij gescheiden zou zijn, want nooit denk Ik ook maar voor een ogenblik dat Ik de Stilte verlaat.
Maar, jullie, Mijn Goddelijke Kinderen, raken zo in het leven verwikkeld, zo verwikkeld in teleurstelling, zo verwikkeld in spanning, zo verwikkeld in ontwikkelingen, zo verwikkeld in pijn en paniek dat je de hulpbron van Stilte in je totaal vergeet, en dus straf je jezelf. Je verliest het besef van je Grotere Zelf. Ik noem deze Stilte je Grotere Zelf. Alles waar je aan kunt denken is waar je aan denkt. Je geest verdraait je hart en bindt het in knopen. Je hijgt, je gromt. Je geest is aan het wiel van je hart, draait er wild aan, vreest het ergste.
Wat is het ergste, geliefden? Sterft er een geliefde? En toch is er Stilte in je die je negeert. Je hebt het pad van angst genomen en je kijkt links noch rechts. Je staat jezelf toe door angst geteisterd te worden. Je verbrijzelt jezelf in fragmenten van jezelf. Met jouw woorden, zou je zeggen dat je duizend doden sterft. Maar dat doe je natuurlijk niet. Je steekt jezelf in het hart. Er zou gezegd kunnen worden dat je een zelf-verminker bent. Niettemin wordt het Zelf, de Stilte van Jou, door dit alles niet verstoord.
Je roert in een pot verwarring en de schrik van een klein incident kan soms net zo vreselijk zijn als de schok van iets wat je als groot benoemt.
Wat het leven je ook brengt, welke tragedie je ook ziet, welk hartzeer, jij bent het die het vermenigvuldigt. Op die manier ben jij het die het naar jezelf toebrengt. Je steekt jezelf oneindig vaak.
Als er wat je noemt een tragedie plaatsvindt, gesel je jezelf erom. Je gebruikt de hamer op jezelf en hamert hard.
Geliefden, zelfs als je ergste angsten werkelijkheid worden, moet je jezelf met rust laten en naar Stilte terugkeren. Wat anders valt er voor je te doen?
Permanent link to this Heavenletter: https://heavenletters.org/keer-terug-naar-stilte.html - Thank you for including this when publishing this Heavenletter elsewhere.
Your generosity keeps giving by keeping the lights on

