Jij Bent de Lichtbrenger

God said:

Wat zijn Onze harten bij elkaar betrokken. Wat omarmen Wij elkaar. Wat zijn We vol liefde zoals We op het schakelrad van het leven zitten. Wat spreken Onze ogen van veel liefde. Wat draait er veel liefde in de kring van de maan. Wat wordt er veel op Aarde geschonken en hoeveel nemen jullie, Mijn schatjes, voor lief?

We hebben nogal een relatie. We hebben een hele relatie met alles en iedereen. We hebben een liefdesrelatie met de sterren, bijvoorbeeld. Dit is een gegeven. Iedereen weet dat de sterren heel iets zijn en dat Onze relatie met de sterren een hele gebeurtenis is. Lang leve de sterren!

Nu zal Ik over jou spreken. Als Ik over jou spreek, verwijs Ik ook naar Mij, want Wij, jij en Ik, Wij hebben veel gemeen. Nu zullen We spreken in de taal van het dagelijks leven, dus zal Ik tegen jou zeggen Eén van Mijn Kinderen, wat betekent de vele van Mijn kinderen die gezien worden als verspreid over het Universum, maar die in Totaliteit Eén zijn. Laten We dat duidelijk maken.

Jullie zijn Mijn hart verstrooid over de wereld. Ik stelde Mezelf de vraag: “Hoeveel licht kan er in de wereld worden aangestoken?”. Om hiervoor zorg te dragen schiep Ik jou, en dus kwam jij om deze wereld te verlichten met het licht van de liefde uit je hart.

Jij bent de Lichtbrenger, de Lantaarn van Liefde, en Ik houd jou hoog in het Universum samen met de sterren. “Sterren aan de Nachtelijke Hemel, verlicht de wereld”, zei Ik. En ik zei tegen Mijn Grootste Wezens op Aarde, de Mensen, Ik zei: “Verlicht het hele Universum dag en nacht. Laat er geen moment zijn dat de wereld in duisternis is. Ik draag jullie op de wereld te verlichten en hem nooit duister te laten”.

En jij, jij zei: “Ja. Ja, God. Ja, God, ik zal dit doen. Ik zal de Toorts van Liefde brandend houden voor alle tijden, in alle seizoenen, in alle gevallen hoe nederig ook. God, dit zal ik zeker doen”.

En Ik vroeg zoals een ouder doen zou: “Je zult het toch niet vergeten, hè?”.

En jij zei: “Geliefde God, Ik zal het zeker nooit vergeten. Dit is mijn belofte aan U, God. Ik zal altijd de missie op Aarde onthouden die U mij gaf. Ik zal hem altijd uitvoeren. In welke duisternis van onwetendheid de wereld ook mag zijn, Ik zal hem verlichten. Ja, God, ik zal het Licht van de Wereld zijn”.

Wat er toen gebeurde is dat je leek, niet zozeer te vergeten, maar het verlichten van het Universum over te laten aan een van je vele broeders en zusters om ervoor te zorgen. Je dacht: “Er zijn genoeg van ons om het te doen. Ik hoef het niet te zijn”.

Je dacht dat je de wereld omvat had, maar de vermeende anderen in de wereld dachten er ongeveer hetzelfde over als jij. Elk was afhankelijk van anderen. En dus heb jij misschien jouw verantwoordelijkheid onvervuld gelaten.

Er waren van die machtige zielen die naar de Aarde kwamen en hun verantwoordelijkheid namen, en wat waren de nachtsterren helder en wat was het Licht van Liefde dat van hun harten uitging helder. Zij werden de Grote Spirituele Wezens en je kent hun namen goed, hoewel er een paar vergeten zijn. Er waren ook diegenen die hun licht lieten schijnen en hun namen werden nooit gekend. Zij waren net zo groot als de Grote Spirituele Wezens, alleen waren zij niet bekend. Dit is gewoon zoals het soms is. En ook dat is in orde. Groot is groot, bekend of onbekend.

Vandaag zijn er net zo goed Grote Spirituele Wezens. Misschien ben jij er Eén. Houd gewoon je licht hoog en Mijn Wil zal geschieden.

Translated by: Luus

 

Your generosity keeps giving by keeping the lights on