Dit Ogenblik van God

God said:

Je weet dat uit het oog niet uit het hart is. Verleden en mensen doen zich steeds opnieuw aan je voor. Ik zou zeggen dat op zeker niveau niets uit het oog is. Als er zich iets aan jouw bewuste visie voordoet, dan kun je heel goed een sprankje herkenning hebben. Je kunt het gevoel hebben: "Ik wist dit al. Op een of andere manier wist ik dit al. Nu dat dit, in een onderaardse plaats, gebeurd is, wist ik altijd dat het zo zou zijn. En nu is het zo."

Het is alsof het in jou gecodeerd is deze weg te gaan en niet die, hierheen en niet daarheen te trekken, hier op te stijgen en daar de vlag te plaatsen. Dit is geen déjà vue. Het is niet zo, dat je je dit bewust van tevoren hebt voorgesteld. Dit is nadat het gebeurde. "Ik wist het", kun je tegen jezelf zeggen. "Ik wist het'. Er rinkelde een bel in een zacht gebied binnenin jou, en nu weet je dat je wist.

Trok een magneet jou hier naar toe en niet daarheen? Een dwang? Een onopgemerkte herkenning? Hoe zit het met vrije wil kun je jezelf afvragen.

Je hebt ook de tegenovergestelde ervaring gehad. Je ging een pad af en achteraf zeg je: "Ik wist dat ik het niet doen moest. Ik wist dat het niet voor mij was. Ik wilde dat het voor mij zou zijn. Ik ben er zelfs niet zeker van dat ik misleid werd. Ik denk in het diepst van mijn hart, dat ik steeds wist dat is niet voor mij was."

Dit is geen intellectueel besef waarvan Ik spreek. Het intellect kan het volgen, maar aan het begin ging er een bel en op een of andere manier wist je het.

Iets was onweerstaanbaar, en je kon er geen weerstand aan bieden. En nu is de aantrekkingskracht weg. Je at dat voedsel en je hoeft het niet langer te eten. Of nu is de aantrekkingskracht zelfs sterker, en je zou er geen weerstand aan bieden als je kon.

Ik ben die laatste ervaring. Als je eenmaal een blik van Mij hebt opgevangen, een blik van Mij opgevangen alsof het uit jezelf was, ben je verkocht. Je bent verloren. Je zou kunnen zeggen dat je onder Mijn betovering bent, maar Ik gebruik geen spreuken. Ik nodigde je altijd al bij Mij uit, en nu ben je waar je altijd wilde zijn. Je wist dat eerder niet, maar nu wel. Je wilt dan niet teruggaan naar een tijd die jij als voor God had waargenomen, voordat Ik voor jou schitterde.

In zekere zin woonde je in een wereld zonder zon. En toen op een dag kwam de zon op en alles wat je doen kon was naar de zon kijken. Waar anders zou je net zo graag naar kijken als naar de zon? Gewoon naar de zon kijken.

Je hoeft niet de hele werking van de zon te kennen. Met de zon voor je, geef je om de zon en hoef je niet te weten hoe het kan. Je weet dat het kan, op dezelfde manier waarop je het weet als er een regenboog voor je staat. Je hebt ontmoet. Je hebt de zon en de regenboog ontmoet, en je hebt Mij ontmoet. Je hebt Mij niet gezien. Ik kan niet gezien worden. Ik kan gekend worden. En als je Mij voor het eerst kent, dan heb je het besef dat je op een of andere manier Mij altijd gekend hebt. Je weet dat Ik niet een verre vreemdeling ben. Je beseft dat je Mij altijd intiem gekend hebt, dat je nooit zonder Mij was, nooit zonder Mijn armen om je heen, nooit zonder Mijn aandacht. Nu ken je Mij als de palm van je eigen hand, als het kloppen van je hart, als de liefde die door je heen stroomt, als de liefde die door alles stroomt. Wat een leuk weten is dat. Stel je nu voor hoe ik Mij voel als je Mij herkend hebt en Mijn Aanwezigheid voelde als nooit tevoren, nooit tevoren echt dit ogenblik van God.

Translated by: paula

 

Your generosity keeps giving by keeping the lights on