God zei:

Wanneer zul je erkennen, dat Ik, God, van jou hou en je liefheb met alle liefde in Mijn hart, en Mijn hart is groot en weet dus nu, dat je alle liefde in de wereld van Mij recht in je hart hebt.

Zoals het staat, snak je naar meer, of bewijs van meer, of een enorme dagelijkse lading van meer wereldliefde, alsof je nooit liefde hebt gekend, alsof Mijn liefde onderbouwd moet worden met bewijs van liefde in de wereld. Je slokt liefde op alsof jij je hele leven gehongerd hebt, want met liefde ben je onverzadigbaar. Je bent bij een groot feestmaal en je voelt je uitgehongerd, alsof alleen liefde van een andere tafel jou kan bevredigen, hoewel telkens weer een andere tafel dat niet doet.

Je hebt een feestmaal van liefde gegeten, en je likt nog steeds de kruimels van de tafel, soms van elke tafel, alsof je in je hele leven nooit liefde hebt gekend, alsof je een wees van liefde was, alsof je niet een kind van God was, alsof je ergens in een kast werd achtergelaten, vergeten en geen liefde had gekregen.

Wat moet Ik met je doen?

Wat kan Ik anders doen dan jou meer liefde sturen?

Maar, hoe schud Ik jou uit jouw vast gewortelde geloof, dat je niet geliefd wordt, zelfs niet door de grootste Gever van Liefde in de Wereld Die allen lief heeft. Hoewel Ik Degene ben Die alle harten binnengaat, ze vult, en een Eeuwige Vlam achterlaat, voel jij je misschien niet bewust van Onze Grote Liefde, en als jij je ervan bewust bent, dan lijkt het nog niet genoeg.

Ik begrijp jouw honger naar liefde in de wereld. Ik begrijp hoe je zoekt naar liefde. Ik begrijp hoe je soms wordt aangezet elk vertoon van liefde te accepteren, zelfs als het geen liefde is en zelfs als je weet dat het dat niet is. Je kunt jezelf in de slavernij van liefde houden omwille van een masker van liefde.

Je kunt je geboorterecht van het recht op Mijn liefde weggeven. Je kunt niet jouw erfenis weggeven, begrijp je, maar je kunt jouw recht erop weggeven. Je kunt je waardigheid ontkennen.

En dus kun jij jezelf weggooien op wat een blijk van liefde of helemaal geen liefde kan zijn. Je kunt tin accepteren in plaats van goud. Je kunt jezelf zien als zo hongerig naar de wereldliefde, dat je afval van de straat opraapt en dat liefde noemt, terwijl het alleen maar afval is. Je neemt een paar snippers van wat geen liefde is, zodat, voor even, jij je ogen dicht kunt doen en voelen, dat je in een spel van liefde bent. Je zult jezelf geven voor een paar vriendelijke woorden, een appel hier, een peer daar, een vluchtige blik in iemands ogen, alles, opdat je een poosje wat garneersels van liefde kunt hebben.

Ondertussen heb je de liefde van de Koning en je doorzoekt de straten naar aalmoezen.

De wereld zelf onthult niet altijd haar liefde. Zelfs als Mijn liefde niet bestond, is het niet waar dat elke liefde beter is dan geen liefde. Herinner je Mijn liefde. Mijn liefde is waar.

Ik zou wensen, dat jij alle liefde in de wereld zou hebben, zoals je al Mijn liefde hebt. Ik vraag je niet alleen Mijn liefde te hebben en de wereldliefde op te geven. Ik zeg dat jij die goud bent, geen afval bent.