God zei:

Het leven in de wereld is niet geheel afhankelijk van het fysieke. Dat het geval zijnde, zet iets moois voor je. Een bloem, een pot kruiden, een bamboescheut. Laat je oog op iets vallen, dat schoonheid in jouw hart oproept. Een kledingstuk in een kleur waar je van houdt. Een schilderijtje. Hou deze zonnestralen beschikbaar voor je hart. Het zal de schoonheid tussen de slagen door opdrinken.

Draag sieraden om jou blij te maken. Niets mis daarmee. Een eenvoudig stuk gekleurd glas is voldoende.

Laat schoonheid in je leven toe, de vorm van een cirkel, of een peer, of drie punten van een driehoek. Verander de plaats van dat wat jouw hart een beetje geluk geeft.

Geniet van het druppelen van water over je vingers.
Luister naar muziek waar je van houdt.
Activeer je hart met dat waar je van houdt.
Neem een gekleurde fles. Zet er een stokje in als een strohalm en zie schoonheid voor je.
Kijk uit het raam of zet een eenvoudig kunstwerk waar je naar kunt opkijken en het zien.

Schep zelfs fysieke schoonheid waar je ook bent. Wandel in schoonheid. Laat jouw wandeling mooi zijn.

Laat de beweging van jouw handen mooi zijn.

Je hebt de genade van God. Gods genade is prachtig.

Wijs de kracht van schoonheid niet af.

Drink diep van alles wat het leven jou biedt. Jouw hart zal je danken voor jouw welwillendheid.

Zet een steen op je schoorsteenmantel. Laat het licht erop schijnen.

Hou van het stuk aarde, waar je voeten op stappen.

Maak schoonheid je middelpunt.

Kijk in ogen en zie de schoonheid die ogen weerstralen.

Hou van alles waar je naar kijkt.

En als er rommel op je tafel ligt, haal dan dat weg wat jouw tafel geen kunstwerk maakt. Maak de kamer waarin je werkt een stilleven, een kunstmuseum waardig.

Hou vandaag het idee in gedachten dat je alles mooi maakt voor jezelf en voor anderen.

Heb Ik jou niet met schoonheid omringd? Kies uit wat jij mooi vindt. Kies een mooi voorwerp dat voor jou de schoonheid van het leven uitbeeldt.

Een kaars op tafel is prachtig. Steek hem aan.

Hang twee veren aan een muur. Doe drie opgepoetste appels in een schaal.

Maak alles wat je aanraakt prachtig. Laat je ogen en handen en hart op schoonheid neerstrijken.

Je hebt tien mooie voorwerpen op je tafel, neem er negen weg. Morgen kun je het ene weg nemen en een ander kiezen.

Doe alsof je op een eiland bent, en je kiest schoonheid waar je die vindt. Een zeeschelp siert de wereld. Een blad. Een paar grassprieten.

Zelfs leegte kan mooi zijn. Er is een volheid van leegte.

Plak een notitie op je spiegel. "God schiep een prachtige wereld voor mij. Er is overal schoonheid. Ik leg de nadruk op dat wat mooi is. Mijn ogen fotograferen schoonheid waar zij ook maar kijken. Ook ik ben een prachtig kunstwerk. Mijn handpalm is mooi. Ik hou van Mijn handen. God heeft ze voor mij gemaakt. Ik gebruik de handen, die God mij gaf, om meer toe te voegen aan de schoonheid die voor mij is uitgestrooid. Ik ben Gods dienstmaagd. God zou me alleen maken om meer aan de schoonheid van de wereld waarin God schittert, toe te voegen."

Plak de woorden in je hart, zodat het licht van de woorden van jou uit gaat met iedere ademtocht.

Je knielt voor Mij neer, alleen opdat Ik jou tot het licht van de wereld kan slaan. Ik plaats Mijn zwaard van Waarheid op de lichtkrans boven jouw hoofd, en Ik verklaar jou tot liefde, kunst, schoonheid, wijsheid, verwekker van verlicht leven op Aarde. Jij bent Mijn Lichtdrager. Mijn Licht is alles en het weegt niets. Jij draagt het als een tiara, want Ik heb jou gekroond tot het Licht van de Wereld.