HEAVEN #3496 De Winden van de Wereld, 21 juni 2010
God zei:
Wat voor probleem je ook hebt, je kunt het onder ogen zien. Er is een probleem bij jou diep van binnen waarvoor je bent weggelopen. Je wilde het niet onder ogen zien. Plotseling zie je het, het staart je in het gezicht. Het kan jou je hele leven gekweld hebben. En nu zie je het. Nu is het alsof jij jezelf op een röntgenfoto ziet. Er is nu geen ontkomen meer aan.
Misschien is jouw kwestie verlatenheid. Dat klinkt klinisch, maar het kan jouw dieper liggende probleem zijn. Het kan, dat je een probleem hebt dat jouw grote moeilijkheid is om met het leven om te gaan, waarvoor je bent weggelopen. Het kan het raadsel zijn van al jouw verdriet en alle vage onbehaaglijkheid die je voelt.
Een werkman kan zeggen dat hij zal komen om wat noodzakelijk werk te verrichten en dan komt hij helemaal niet. Je weet niet wat jou zo raakt. Hij heeft verwachtingen geschapen. Hij zou goed werk doen en nu weet je niet of hij ooit wel zal komen en jij bent verpletterd. Of hij komt en komt zijn belofte op andere manieren niet na en je bent zo teleurgesteld. De werkman werd voor jou een groter probleem dan hijzelf. Hij symboliseerde misschien alle teleurstellingen in jouw leven.
Op een zeker punt in je leven, toen je een kind was, had je het gevoel dat je verdwaald was en verdwaalden verlangen ernaar te worden opgetild en gerustgesteld. Je had misschien niet de geruststelling. Het gevoel beroofd te zijn is blijven hangen. Zonder het je bewust te zijn, kun je deze schijnbaar vergeten angst met je hebben meegedragen.
De wereld is niet altijd een veilige plaats voor jouw mooie hart. Je hebt je teveel van de wereld voorgesteld. Je liet de wereld jouw welzijn bepalen. De wereld heeft zich er misschien niet druk over gemaakt om aan jouw behoeften te voldoen. En jij dacht dat je van de wereld afhankelijk was.
Hoe de kwestie die diep bij jou van binnen zit ook genoemd mag worden, zij komt voort uit jouw afhankelijkheid van de wereld. Onder de onderhavige kwestie ligt een andere kwestie. Maar Ik denk dat de grote moeilijkheid van jouw kwestie, welke naam je er ook aan geeft, ligt in een kennelijke volslagen onderwerping aan de wereld.
De wereld is onbeheerst, geliefden. Je voelt je niet altijd gewaardeerd, gerespecteerd of verzorgd door de wereld. Zij heeft misschien niet goed voor je gezorgd en nu geef je een gewone werkman de schuld van jouw gevoel van verlatenheid. Je was je er niet van bewust hoe breekbaar jij je voelde en toch is wat je voelt niet altijd wat het is.
Als je afhankelijk zou zijn van hoe de wereld jou behandelt, zou je inderdaad in de problemen zijn. Ooit was je klein en was je hulpeloos. Nu ben je groot en ben je niet hulpeloos. Maar toch zie jij jezelf misschien nog als hulpeloos, maar een kleine tand in een groot wiel. Je kunt je zelfs als het dartbord van de hele wereld voelen. Dit is illusie.
Jij bent niet aan de wereld overgeleverd. Dat is maar een gedachte en, net als de wereld, zijn jouw gedachten niet altijd betrouwbaar.
De dwaling van deze gedachte te herkennen is deel van jouw vorming in het leven. Het is tijd voor jou om van deze dwaling af te komen. Het is nooit te laat. De tijd is nu.
Dit vertrouwen op de wereld is een oude gedachte die zijn tijd gehad heeft. Nu breek je door het lint van deze gedachte en je komt als winnaar uit de wedstrijd. Je oude geloof is niet meer zo krachtig als het ooit was. Het is aan het afnemen, en dat moet ook. Je beweegt je uit het domein van deze denkbeeldige verouderde gedachte en gaat over op nieuwe gedachten die jou steunen. Ooit zat je op de schommel van onbetrouwbaarheid en nu sta je stevig op jouw eigen twee voeten en je weet dat je bij Mij bent en je weet dat je gedegen in een werkelijkheid van zekerheid bent. Voor eens en altijd, de wereld is niet de beslisser voor jou en nu hou je niet langer aan de gedachte vast dat je een redder nodig hebt. Je bent al veilig bij Mij. Ik zal jou nooit verlaten. En nu zul jij jezelf nooit meer overlaten aan de winden van de wereld.