Please read the Guidelines that have been chosen to keep this forum soaring high!

Heavenletter #5330 De Dagen Toen Liefde Jouw Hart Vulde

God zei:

Misschien vraag jij te veel van liefde. Jij wil dat liefde jouw dienaar is. Geliefden, jullie zijn voorstanders van liefde. Jullie zijn de boodschappers van Gods Liefde, en dus zijn jullie gedacht om liefde te dienen.

Aan de ene kant, is liefde de belangrijkste factor van het leven, en je bent teleurgesteld in de liefde, vanwege alles wat jij erop inzette. Jouw geweldige romances kwamen niet. Je ziet elke liefde als voorbij en elke afgelopen liefde alsof zij jou beroofd heeft achter gelaten. Liefde bleef niet. Een geliefde bleef niet. Ware liefde in dit leven werd niet waar voor jou. Liefde lijkt voor jou te zijn voor andere mensen en niet voor jou.

Jij ziet een verwisseling hier tussen liefde en behoefte.

Natuurlijk, het geven van liefde is essentieel. Het ontvangen van liefde is over je heen gegaan. Jouw probleem is dat liefde niet bij je blijft. Mijn lievelingen, jullie zijn het die jullie harten liefde moeten laten kloppen, ongeacht de externe omstandigheden. Waar ging jullie liefde heen, geliefden? Wat bedroeg jullie liefde? Je hield haar strak vast, en toch is echter de liefde die je wilde niet gebleven. Een ander proces nam haar plaats in en vluchtte ook weg van de scène alsof liefde niet trouw aan je zou kunnen zijn. Er is geen weg terug. Er is geen vinden meer van verloren gegane liefde. Je weet niet eens waar je voorbije liefdes zijn en waarom aan jou niet een blijvende liefde gegeven is. Je wist nooit dat het op deze manier zou zijn, dat liefde je zou slaan.

Je weet niet hoe je de liefde die je schijnbaar verloren hebt, zou moeten vervangen. Het geeft je niet veel troost, zelfs geen klein beetje troost, om te horen dat liefde niet is verspild, en dat zij nog steeds ergens bestaat, alleen niet bij jou. Voorbije liefde is slechts dat. Zij is in het verleden. Het duurde een tijdje, maar jij kunt dit nu echter aanvaarden. Waren je grote liefdes altijd helemaal niets? Was jouw kleine hoeveelheid liefde altijd illusie?

Als het leven op Aarde een illusie is, moet dit betekenen dat jouw weinige grote liefdes nooit echt waren, dat al jouw grote liefdes alleen vastklampen aan een strohalm waren, en de strohalmen werden dun. Waar is de liefde heen gegaan als zij er nooit was, niet echt, niet echt meer dan een ingebeelde vuurproef, misschien een dwaallicht en zelfs geen grote tragedie, zelfs als jij jouw liefdes als zo machtig hebt geteld destijds. Het was slechts een klein drama dat maakt het helemaal geen drama was, maar eerder een klein incident in een leven dat opgeblazen werd als een ballon en daarna kapot sprong.

Je vraagt je af wanneer de tijd komt en jij je lichaam verlaat, en jij ziet deze voorbije liefdes in het voorbij gaan, zul je ze opmerken? Zullen ze jou opmerken? Wil je echt alleen deze enkelen omarmen als jezelf? Nu op dit moment hou je ook niet zoveel van jezelf. Je voelt je als een onverlaat wanneer je niet eens echt weet wat dat woord betekent. Je weet dat je niet prettig vindt hoe je je voelt, en je bent het zat.

Je vraagt je af of je iemand bent die dingen verknoeit. Ben jij een van die mensen die jezelf saboteert? Zat je fout door een Grote Liefde in het leven te eisen? Je vraagt je af waarom je geen genoegen kon nemen met slechts een eenvoudige. Heb je altijd te veel van het leven gevraagd, vraag je je af, en je laat je hoofd hangen.

Je denkt niet dat iedereen door het verdriet heen gaat zoals jij doet, je bent er echter niet zeker van.

Je kunt die dagen niet terug roepen die je hart vulden en dan je beroofd achter lieten. Je vraagt je af waarom jij je beroofd moest voelen. Je weet dat je niet alleen je schouders kon ophalen, maar waarom zou je dat niet kunnen? Dat is wat je nu moet doen. Hoe komt het dat wat zo onstuitbaar leek ooit, nu niets is? Het moet toch nog steeds iets zijn, omdat je nog steeds rouwt. Waar is de vervaagde liefde in je hart nu? Ik zeg jou dat liefde alles is, en je voelt zo scherp dat liefde aan je voorbij ging of jij ging eraan voorbij als as in een asbak, niets meer dan dat, en jij zegt: "De pijn, God. De pijn van de afwezigheid. Wee mij."