God zei:
Maak je hart los, geliefden. Je hebt je hart te lang beteugeld. Jouw hart is niet ongehoorzaam. Jij bent ongehoorzaam aan je hart geweest.
Je hebt een hart van volheid en je hebt het beknot. Je hebt je hart verzaakt, het zelfs afgekeurd alsof jouw hart bedoeld was om vertrapt te worden. Jouw hart is bedoeld opgetild en onthuld te worden. De waarheid is dat je een hart van schitterend goud hebt en je hebt het overgeschilderd zodat niemand het zal kennen, jij het minst van allemaal. Je hebt je hart weggestopt alsof je hart minderwaardig was. Geliefden, jullie hart is niet bedoeld glansloos te zijn.
Je hebt je hart bevroren, het weggezet voor later, het bewaard, zo dacht je, niet voor een regenachtige dag maar voor een zonnige dag, of waarschijnlijk het uitgesteld, nou, tot morgen – of voor altijd.
Je hart is als een zon en is bedoeld zo dapper als de zon te schijnen. Jouw hart is niet bedoeld onder een parasol te zijn alsof het tegen zichzelf beschermd moest worden. De dag van de zonneschijn van je hart is nabij. Bevrijd je hart van alles waar je het onder en van hebt verborgen. Voed je hart. Laat het gezien worden.
Jouw hart is sterk. Houd je hart niet in de koelcel. Jouw hart is niet bedoeld een verwelkend viooltje te zijn. Jouw hart is niet bedoeld geconserveerd te worden. Jouw hart is bedoeld spoorslags naar buiten te gaan. Evenmin is je hart bedoeld tegen de elementen te strijden. Regen of sneeuw, jouw hart moet vibreren, pulseren, slaan, overnemen, zijn dag hebben.
Zijn dag is nu. Het leven van jouw hart is nu. Jouw hart is een mooie lijster met klappende vleugels, niet een roos in een kas geteeld onder nauwkeurige omstandigheden.
Jouw hart is bedoeld voor prachtige dingen, zoals uitgaan in de stad, zoals er zijn om andere harten te overgieten en te doordrenken met alle liefde van de wereld. Jouw hart is gemaakt voor liefde. Jouw hart is niet bedoeld twijfel en angst te herbergen. Jouw hart is bedoeld een tijger te zijn, niet een of ander oud paard dat vastzit in een schuur. Het is niet zo dat je hart wild moet zijn. Het is zo dat jouw hart moet zijn wat een hart is. Jouw hart is prima. Het moet niet ergens in een kraal gevangen worden gezet. Jouw hart moet vrij zijn. Heb een hart, geliefde. Neem je hart en bevrijd het.
Je hebt je hart lastiggevallen. Je hebt het beperkt. Jouw hart heeft geen training nodig. Jouw hart is bedoeld een hart te zijn. Als jouw hart een paard zou zijn, dan moet het een schitterend wit paard zonder zadel zijn. Het witte paard van jouw hart is bedoeld te vliegen. Oh ja, jouw hart is een vliegend hart. Het kan overal gaan. Jouw hart kan een kudde harten leiden en elk hart vrijhouden om alles te zijn wat het bedoeld is te zijn. Jouw hart is bedoeld een heleboel te zijn. Jouw hart is niet bedoeld jou een rit op een pony te geven in een kleine cirkel steeds maar rond. Laat de teugels van je hart los.
Laat je hart zijn debuut hebben. Introduceer jouw hart bij de wereld. Laat jouw hart zijn hoed afnemen en hem in de wind gooien. Jouw hart is niet bedoeld, helemaal niet bedoeld, iets ten beste te geven alsof het een pronkstuk zou zijn. Jouw hart is bedoeld te rijden als een wit cavaleriepaard. Jouw hart is niet bedoeld toe te geven aan angst of afwijzing. Jouw hart moet rijden en jij moet erop rijden, je erdoor laten leiden. Jij bent niet bekwaam om jouw hart te leiden. Jouw hart is jou vooruit.
Heb je jouw hart niet zijn verlangens onthouden? Waarom zou je dat doen? Voor de veiligheid? Veiligheid is het verhinderen van leven en het verhinderen van liefde. Laat jouw hart jou brengen waar het je brengt. Dit is niet roekeloos. Dit is wijsheid. Op je paard klimmen en het berijden is wijsheid. Dit is niet je hoofd verliezen. Dit is je hart vinden.