Je bent toch niet moe van Mijn zeggen hoe je in de wereld leven moet? Je wilt toch niet dat Ik Mij stil houd? Je wilt echt voorgoed onthouden wat Ik zeg.
Je onthoudt misschien veel van wat Ik zeg, maar is het bezonken? Waarschijnlijk niet.
Je bent je bewust en tegelijk onbewust. Je weet alles en je weet niets. Ik zou kunnen zeggen dat het in jouw voordeel is niets te weten, nou, zeker niet alles waarvan je denkt dat je het weet.
Was het woord maar nooit geschapen, maar dat is als zeggen: “Als je maar nooit een gedachte gehad had”. Maar jouw geest is gevuld met gedachte en er moet een reden voor zijn. Een reden is dat je jouw gedachten zult veranderen, meer als een voorjaarsschoonmaak, dat je gedachten over het verleden achter je laat, want het verleden is allang voorbij, zelfs als Ik je zeg dat het verleden nooit bestond. Veel gedoe om niets en niets is alles voor je.
De liefste dingen die bestaan – het hele bestaan – zijn slechts gedachten, iets wat je dacht, iets wat je op zekere manier geloofde, en wat toen misschien een eendagsvlieg bleek te zijn. Is jouw leven dan slechts popcorn die ploft op het vuur? Is dat dan wat jouw leven is, als geweerschoten die afgaan, en blijft er niets over om te vertellen dan jouw gedachten?
Er is geen waar voor het leven om te zijn gebeurd, geen wat, geen hoe, geen wanneer. Alles, alles van het leven lijkt gedachten te zijn, gedachten waarover gedacht wordt. Nou, je moet wel iets denken, nietwaar? En dus denk je na en je denkt na en neemt alles op, alle details alsof er een gebroken plaat wordt afgespeeld.
Wat als je aan gedachte voorbij kon gaan? Wat als je over de horizon van je gedachten zou kunnen gaan en een wereld binnengaan waar Zijn de hoogste gedachte ongedaan maakt? Een wereld vol Stilte, geen wetenschap, Stilte. Een land vol Stilte zo luid, zo overweldigend, dat er niets te zeggen is en niets te horen dan deze lichtgevende Stilte, volle Stilte. Stilte tot de rand gevuld, Stilte die niets anders horen laat, Stilte die niets te zeggen laat.
Ik veronderstel dat We zouden kunnen zeggen dat je niet anders hoort dan Stilte en Stilte is goed, en jij bent midden in deze luide Stilte die jou geen gedachte toestaat, geen gedachte zelfs aan Stilte, helemaal geen gedachte, helemaal geen geluid hoewel de Stilte zogezegd oorverdovend is. Er is geen ruimte voor iets anders dan de Stilte om de lucht die je inademt te verrijken, niet dat je aan ademen of ook maar iets denkt. Je verzinkt in de Stilte. Je verzinkt in de Stilte, je bewust van niets anders dan de verrijkte Stilte die sommigen liefde zouden kunnen noemen. Stilte, in de Stilte, wordt zelfs geen naam gegeven. Welke Naam kan groot genoeg zijn? Nou, misschien Mijn Naam.
Wat als de Stilte God is Die bloeit? Wat als de Stilte Godheid is? Niet Goddelijkheid omdat dat tamelijk relatief is, maar Godheid, Essentie van God, Reflectie van God, Verhevenheid van God, Grootheid van God, Nabijheid van God, zo dicht bij God dat er niets anders bestaat dan dit Zijn Dat God Is, deze Zijnheid, deze Isheid, Schepping boven Schepping, Schepping bij haar Geboorte, Schepping voor Zij Schepping werd, Schepping in de Lucht, als het ware, het zuivere Fundament van Zijn. Is Alles Mij?
Nou, ja, dat is het, geliefden, Al Wat Is Is Mij, en Al Wat Is Is Ook jullie behalve dat er geen jullie is, alleen Ik.