God zei:
Je bent niet op Aarde om beproefd te worden. Je bent op Aarde om te dienen en gediend te worden. Hoe wonderlijk is het jou op Aarde te hebben. Je kwam op Aarde om te dienen. Dien goed, geliefden. Dien goed. Dien als iemand die door God gekozen is om te dienen.
Het is alsof Ik je op de schouder tikte. Als jij je kon herinneren, dat ik je op je schouder tikte en zei: "Geliefde, zou je Mij op Aarde willen dienen?" Als je kon, zou je je herinneren, dat je ja knikte en je zou herinneren.
Ik zei: "Er zijn duizend en één manieren om Mij te dienen. Zeker, er zijn meer manieren om Mij te dienen dan de aantallen van jouw vingers en tenen. Er zijn meer manieren om Mij te dienen dan het aantal levende wezens op Aarde, want elk wezen kan allerlei manieren hebben om Mij te dienen. Wees de Waarheid van Wie je bent en je zult Mij dienen op dezelfde manier zoals je ademt. Je zult Mij dienen met bevlogenheid. Met iedere inademing zul je dienen. Met iedere uitademing zul je dienen.
Ik zei: "Je zult niet in slavernij dienen maar in liefde. En je zult dienen met bereidwilligheid."
Je zult denken: "Wat kan ik doen om God te dienen? Welk klein ding zelfs kan ik doen om God te dienen? Niets is te klein voor mij om voor God te doen."
Je zult denken: "Wat zal ik nu doen dat God de gelegenheid geeft om blij te zijn dat Hij mij koos om op Aarde te komen? Welke gelegenheid is er voor mij om blij te zijn dat ik Ja tegen God zei? Natuurlijk kon ik geen nee zeggen. Hoe kan iemand nee tegen God zeggen Die Ja tegen ons zegt? Hoe zou ik nee kunnen zeggen tegen God, Die hoe dan ook van mij houdt. Dat is wat het betekent dat hij me vrije wil gaf. Hij zou me geen vrije wil gegeven hebben als ik Zijn liefde moest bevredigen, Zijn gunst zoeken. Natuurlijk is mijn wil in waarheid overgave aan God. Ik gaf me niet over. Ik ben overgeleverd."
Je zult denken: "Het thema van mijn bestaan was altijd: 'God, hier ben ik. God, ik ben hier om u te dienen."
Je zult denken: "En God, U zei tegen mij: 'Leef en heb op Aarde lief, en je dient. Hou genoeg van jezelf om te weten dat je in dienst van Mij bent. Als je in dienst van Mij bent, ben je ook in dienst van jezelf. Lief te hebben is geen bevel, begrijp je. Liefde kan niet afgedwongen worden. Ze kan alleen worden gegeven."
Ik, God, zei tegen je; "Als er een liedje door je hoofd gaat, komt het naar je lippen en je zingt het lied of neuriet het. En dat is hoe je lief hebt. Liefde overkomt je en je wordt er onweerstaanbaar door aangetrokken. Wat een lieflijke gedachte om te hebben: "Ik ben in dienst van God. Bij wie anders zou ik in dienst kunnen zijn? Er is Niemand Anders. Er is God. Er is alleen God."
Zeg nu tegen jezelf: "God laat me niet de hele dag aan Zijn voeten liggen. Hij vraagt me op te staan en te dienen. Hij vraagt me borden voor anderen te vullen. Hij vraagt me Zijn gastheer of gastvrouw voor het Universum te zijn. Hij vraagt me allen te verwelkomen. Hij vraagt me anderen de weg te wijzen. Het is gewoon hoffelijkheid. God vraagt me een zaklantaarn voor de wereld en voor mijzelf te zijn. Hij vraagt me te weten, dat ik me neerleg naast groene weiden als ik weiden bewerk en ze groen maak. Hij vraagt me chlorophyl te zijn, dat straalt zoals de zon licht uitstraalt. God vraagt me het leven op Aarde vruchtbaar en gelukkig te maken, zodat iedereen 's morgens wakker wordt met vreugde in het hart, en het leven op Aarde onoverwinnelijk en de Aarde onze blije keuze.