God zei:
Kijk naar een blad of bloemblad in je tuin en weet dat IK God BEN. Eén blad of bloemblad is genoeg. Maar toch heb je een heel Universum om naar te kijken en te weten dat IK God BEN.
Kijk naar je handpalm en ken de pracht van wat Ik heb geschapen. Kijk naar het kleed onder je voeten, door de mens gemaakt van het landschap van Mijn geschenken aan de wereld. Hoe kun je niet in liefde gehuld zijn en in liefde kijken als je, wat Ik jou geschonken heb, aanschouwt?
Kijk naar de vensterruiten, die jou het mogelijk maken naar buiten te kijken. Kijk naar de luiken, die het licht filteren. Kijk naar het licht.
Ik vraag je, hoe kun je in de Schepping leven en geen buitelingen van vreugde maken, zelfs voordat jij je ogen 's morgens open doet, want er wachten zulke traktaties op jou in het Universum, zodat jij je ogen open doet en ze voor je ziet.
Ik weet, dat je niet altijd uit bed wilt springen. Je wilt langer onder de lakens blijven. Aan de andere kant weet Ik, dat je ook niet altijd naar bed wilt gaan. Je kunt er de voorkeur aan geven wakker te blijven. Je wilt niets missen.
Wat heeft vandaag voor jou in petto? Het heeft schoonheid en verwondering in petto. Er bloeit een nieuwe bloem en er ontkiemt een nieuw zaadje en jij bent er en Ik ben er. Wat zijn Wij een combinatie en wat is het leven een vruchtbare grond. Alle wonderen, die Ik geschapen heb, zijn voor jou. Vanaf het moment dat het leven op Aarde ontsproot, zette Ik Mijn waren voor jou neer. Ik gaf je water om te drinken en voedsel om te eten en gras om in te rollen. Ik gaf je heuvels en dalen. Ik gaf je bergen en meren. Ik gaf je lucht om te ademen en de zon en de maan om van te houden en sterren om wensen op te doen. Ben Ik iets vergeten? Denk je dat Ik verkeerd schiep?
Hoe voel jij je ten aanzien van Mijn schepping van eenden en olifanten en zo? Voel de karnende energie van de Schepping en weet, dat jij een geschapen Wezen bent, gemaakt naar Mijn beeld. Mijn beeld dekt een groot terrein. Je ziet Mij niet treuzelen. Je ziet Mij niet terwijl Ik terug naar bed wil gaan. Je ziet Mij niet tegen de modder schoppen, die Ik jou gaf om over te lopen. Je ziet Mij niet over Mijn lot jammeren.
De schatten, die Ik over jou heen gegoten heb, merk je niet meer op. Je kunt de scheuren in het trottoir zien en ontzet zijn over hun conditie. Als je op details moet letten, let dan op de mooie paardebloem, die zoveel van het leven houdt, dat hij door het trottoir barst zoals de zon door de lucht barst om jouw pad te verlichten.
Waarom kus je niet de grond waarop je loopt? Waarom dans je niet van vreugde? Wanneer heb je geleerd meer kritiek te leveren dan lief te hebben? Wil je een criticus zijn of een liefhebber?
Geen wonder, dat je 's morgens niet wilt opstaan, als je de Schepping als minder beschouwt dan het wonder dat zij is. Je wacht erop, dat er wonderen plaatsvinden, terwijl je links en rechts over wonderen struikelt.
Als je de schoonheid van de Schepping en jouw plaats daarin over het hoofd hebt gezien, kijk dan nog eens. Doe handstandjes van vreugde. Kijk naar het project, waarin je betrokken bent en zeg: "Gezegend ben ik. Gezegend zij God, dat Hij mij de vrucht van Zijn wijnstok heeft gegeven. Gezegend zij de zon, dat zij op mij en op allen schijnt. Gezegend ben ik, want ik ben Gods wil, die op Aarde gemanifesteerd wordt. Ik ben Gods liefde, geschapen om God Zelf tot uitdrukking te brengen. Hoe kan ik 's morgens niet uit bed springen? Misschien is het nooit bij me opgekomen. Het komt nu bij me op."