Onmetelijke Eeuwigheid
Heilig ben jij, geboren in Mijn beeld. Mijn beeld is de Waarheid. Het is niet een reclamebeeld. Heilig ben jij, geboren in Mijn gelijkenis. Heilig ben jij, geboren als de morgendauw, dichtbij het gras en toch zo hoog als de Hemel. Laat geen gras onder je voeten groeien, geliefden. Geboren in Mijn Heiligheid, ben je geen surrogaat. Je bent de Waarheid van Mijzelf, maar lang uitgetrokken, omslachtig. Je bent de dageraad van Mijzelf, vergeten in een prachtige stroom omslachtig gemaakt in zijn vertrouwen op de fysieke wereld.
Zou de uitdrukking fysieke wereld zelfs maar gezegd kunnen worden als er niet een ander soort wereld was of misschien meer dan een? Je weet dat al. En dus zeg Ik de Werkelijke Wereld, en Ik bedoel wat Ik zeg. Jij bedoelt niet altijd wat je zegt. Je weet niet altijd wat je zegt.
Van vele werelden gesproken, er is jouw wereld van gisteren die herinnerd wordt en die niet twee broers of zussen zich precies hetzelfde herinneren. En er is de werkende wereld waar je je veel van de tijd toe wendt. Het is zo, dat iedereen in zijn eigen wereld leeft, en toch, en toch, is er Eén Wereld, en toch, en toch, is er de Hemel, een solide wereld waarvan nauwelijks gedroomd durft te worden, de wereld die de Ene en Enige Wereld is, de Wereld van Liefde, en Oneindige Liefde, voor altijd zichzelf aan het ontdekken en herontdekken, zoals Mark Twain de Mississippi ontdekte iedere keer als hij een bocht omkwam en aan de bel van zijn stoomschip trok.
Het geeft niet welke stroom je afging in het schijnbare gisteren of het pad dat je nam of denkt dat je de dag ervoor nam, hoewel er alleen Zijn is, volg je een spoor dat je het verleden noemt. Ofschoon je het je alleen verbeeldt, het volgt, erin opgaat, er is geen spoor te volgen, en toch volg je het. Hoewel, vandaag, op deze zogenaamde dag, kun je naar je hogere Zelf rijzen, je Zelf opgegaan in niets en toch behagen scheppend in wat er alleen maar lijkt te gebeuren. Je bent op een niet-eindigend pad, geliefden. Alle paden leiden naar Mij. Alle paden leiden naar de Hemel.
Je kunt alleen maar merken dat je ver van de Hemel bent. Je kunt het vermoeden. Je bent de pretendent tegen het leven in de wereld, deze slingerende stroom waarop je lijkt te drijven als een vlot dat van de winden van vandaag afhankelijk is. Je hebt afstand van de troon gedaan waarop je hoort te zitten.
Als je van je paard valt, klim je er weer op en rijdt weer.
Als je je verbeeldt dat je uit de Hemel valt, als je je verbeeldt dat je maar een menselijk wezen bent, een worstelend menselijk wezen, als je je verbeeldt dat je je Bron vergeet, als je je verbeeldt dat je je individuele ingebeelde worstelend zelf bent, als je daar intrapt - en oh, hoe goed, ben je daar ingetrapt, denk je dan niet dat je in staat bent jezelf opnieuw op de troon te zetten, die Ik zo graag en redelijkerwijs met je deel?
Wat als je je een staat van bestaan zou kunnen verbeelden zonder de fysieke wereld, die je Aarde noemt, en je in plaats daarvan je de Hemel, Vader of Moeder Hemel, herinnert en je je weer bewust verenigt met je Ware Zelf, Dat nooit afwezig is geweest maar altijd aanwezig? Wat als je de hele letterlijke wereld los laat, waarmee je jezelf hebt betoverd? Wat als je de betovering van gehechtheid los laat en verbreekt van dat wat maar ingebeelde oppervlakte is, en het in plaats daarvan los laat en jezelf naar de Hemel terugbrengt, waar je zelfs nooit een voet buiten hebt gezet.
Als je wakker wordt uit een slaapdroom, herinner je je natuurlijk dat je wakker bent in je eigen bed en dat je een droom had. Kun je niet wakker worden uit de wakkerdroom waar je nu in woont? Kun je niet wakker worden en weten dat je alleen maar droomde en opnieuw droomde over dat wat nooit werkelijk gebeurde, behalve in een ingebeelde slaaptoestand?
Translated by: LuusPermanent link to this Heavenletter: https://heavenletters.org/onmetelijke-eeuwigheid.html - Thank you for including this when publishing this Heavenletter elsewhere.
Your generosity keeps giving by keeping the lights on

