Zeggen dat Ik jouw kracht ben neemt niets van jou weg. Zeggen dat Ik jouw kracht ben is zeggen, dat jij sterk bent. Vanuit de diepten van Mijn hart, sta jij hoog in de Schepping. Je bent ver weg van helemaal niets. Je bent dichtbij Alles Wat Is. Je bent Alles Wat Is.

Je bent iemand die ervaart. Je ervaart regen en je ervaart zon en bliksem. Het is niet een grote sprong dan te zeggen dat je de regen, de zon en de bliksem bent. Als je jezelf ervaart, dan moet dit zo zijn. Je bent de elementen van de Schepping. Je bent de gitaar die speelt, en je bent de gitaar die gespeeld wordt, en je bent Alles Wat Is. De hand die de gitaar bespeelt is de Mijne en het is de jouwe. Wij nemen elkaar waar, en toch zijn Wij Eén, en er is geen andere waar te nemen behalve door te doen alsof.

Andersheid is fictie, en je leest veel. Je gaat verder dan verbeelding. Je verbeeldt je onwaarheid. Je zet de Waarheid als fictie neer. Je jaagt op spoken. Je verfraait een eenvoudige Waarheid. De Waarheid is dat Wij Eén zijn. Jij, Ik, Wij zijn een veelkleurig lied en het is 't is van U die Wij zingen en het is 't is van Mij dat We zingen. Alle liedjes zijn een variatie op het Ene Lied. Ik bespeel de fluit van Eén Noot, en jij hoort trillers. Jij bent de trillers die zichzelf horen.

Je weet niet wat je doet, en je weet niet helemaal Wie je bent, en toch is dat de maskerade, want je bent een Volledige Kenner Die nog niet aan zichzelf verklapt heeft wat algemeen bekend is, maar wat nog niet is geopenbaard.

Je bent de grondbeginselen van de Schepping. Je bent de Alles-Kenner. Je bent de Al-Gekende. En je bent het proces van Kennen en je verklapt niet dat je het weet. Je bent de vlinder die op de zoete nectar is neergestreken, maar je bent een vlinder die zegt: "Ben ik er al? Heb ik de zoete nectar al bereikt? Ik voel me van de zoete nectar die ik drink gescheiden."

De vlinder is een symbool. Alles van de Schepping is een symbool. Ik spreek van Al Wat Is als er helemaal niets is, helemaal niets behalve Eén Liefde die speelt alsof er vele waren. Je bent niet Eén van Velen. Je bent Eén van Eén. Dit lijkt jou onmogelijk, zelfs als je de diepten van mogelijkheden onderzoekt. Je hoopt dat dit waar is, zelfs als het je begrip te boven gaat, zelfs als het jouw begrip is. Je begrijpt dit net zo goed als Ik dit begrijp. Ik droomde een droom van Mijzelf, en jij bent Mijn droom. Zelfs als je de Totale Werkelijkheid bent, ben je Mijn droom. Daarom ben jij je droom en toch weet de dromer, vermoedt hij, is hij er vrij zeker van, dat hij of zij in een droom is. De dromer is de gedroomde droom. En toch bent je Mijn droom die werkelijkheid wordt, wat iedereen zal weten en waar iedereen om zal lachen.

Er was een droom dat je een individu was. De droom droomde zichzelf, en je hechtte je eraan.

Eenheid maakte een wandeling en zag vele bezienswaardigheden. Eén doorkruiste de Waarde als Eén die in de Hemel verblijft. Verblijf in Mij, geliefden. Er is niets anders om te doen. Zelfs als je in de wereld loopt, verblijf je in Mij. Het is een al uitgemaakte zaak, en toch moet je het jezelf herinneren. Dit is wat het betekent als gezegd wordt dat je nooit alleen loopt, jij Die Eén bent. Eenheid vergezelt zichzelf. Eenheid valt om van vreugde.

God in vele vormen zegt tegen Zichzelf: "Ik ben Eén." En Ik, Die jij bent, glimlacht en zegt: "Amen".