HEMEL # 1787 Waar is de sleutel die op jouw ziel past?, 26 september 2005
God zei:
Jij bent de zegen, en je kijkt steeds voor zegeningen buiten jou.
Jij bent de kennis, en jij zoekt kennis buiten jou. Je neemt een koers dit weekend, en de volgende een andere, en je hoopt na hoop dat iedere koers dat het eindelijk zal zijn waar jij naar gezocht had en waarvoor jij jouw redding zal opofferen – van wat ben je niet zeker. Wat is het waar jij van gered moet worden?
Of denk je dat verlichting om de hoek is? Het is dichterbij dan dat. Het is binnen in jou.
Je wacht voor iemand anders om in jou een vonkje te ontsteken. Je wacht om bevrijd te worden, bevrijd van het leven zoals jij het kent. Jij wilt een groter deel in het scenario waar je nu in speelt. Je wilt overspoelt worden in de vlammen van de liefde. Je wilt opvliegen naar de Hemel om nooit terug te keren naar het eentonige leven zelfs als jouw voeten constant lopen hier op Aarde.
Niemand gaat dit aan jou geven, geliefde. Het maakt niet uit hoeveel jij begeert en hoeveel jij zoekt, je zal uiteindelijk bij een deur komen waar jouw naam op staat. Dit is de deur die jij moet openen. Het is jij die het moet openen voor jezelf.
Achter deze deur liggen jouw diepten. Achter deze deur ligt alles waar jij naar gezocht hebt. Je moet jezelf introduceren aan jezelf. Al de formaliteiten in de wereld doen dat niet voor jou. Anderen kunnen jou een kijkje geven in deze Grotere Wijsheid, maar jij bent de enige die de sleutel heeft van jouw ziel.
Je bent aan het leren om te rekenen op anderen. Dat moet het zijn. Anderen hebben hun eigen agenda’s. Ze mogen boven alles voor jou begeren wat jij voor jezelf begeert, maar ze kunnen het niet aan jou geven. Zij kunnen voor jou bevestigen wat jij begeert, maar zij kunnen niet jouw begeerte vervullen. Niemand kan dat. Alleen jij en Ik kunnen dat.
Misschien wandel je door het leven als een blinde man, en je houdt je vast aan een touw dat jou zal leiden waar je wilt gaan. Het touw is lang en kronkelig. Je weet hoe laat het is door de knopen in het touw. Je gaat her en der heen met groot vertrouwen in het touw tot een ander touw verschijnt en je volgt die tot je het niet verder kunt volgen. Al de touwen in de wereld kunnen alleen naar jou terug leiden. Jij bent het uiteindelijk universum dat je blootlegt. Jij hebt bijna niet het oppervlak bekrast.
Iemand houd jouw hand vast. Ze helpen op die manier. Natuurlijk, als ze je hand vasthouden, houd jij die van hun. Je helpt hun ook.
Naar naar de Ene Die geen hulp nodig heeft maar Wie naar jouw medewerking verlangt. Kom naar de Ene Die uitsluitend aan jouw denkt. Kom naar de Ene Die binnen in jou rust, klaar om jou wakker te maken bij de kleinste wenk van jou. Klaar om jou te begroeten, Klaar om jou te omarmen, heeft altijd jouw omarmt. Je ontdekt dat je degene bent die wakker moet worden, en dat jij de enige bent die jou wakken kan maken.
Je moet wakker worden door het feit dat wat je zoekt binnenin jou ligt. Jij bent de Ene om jou wakker te maken. Jij bent de Ene Die eindelijk wakker wordt door het feit dat je wakker bent!
Dat je ogen gesloten zijn betekent niet dat je slaapt. Je bent wakker met je ogen dicht. Nu open je jouw ogen. Nu kijk je om je hart heen. En nu zie je wat altijd jouw fortuin was. En nu ben je verlicht van binnen uit. En nu mag je in Mij rusten zoals Ik altijd gerust heb binnen in jou.