HEMEL #1831 Ga de Hemel binnen, 9 november 2005

God zei:

Lieve Liefdes van Mij, lieve Harten, lieve Vrienden, lieve Zoekende Zielen, lieve Havens van Liefde, liefde Gezichten die naar de Hemel kijken, lieve mensen waarvan het geloof sterk is en waarvan het geloof zwak is, degene voor Mij staan en degene zich zouden terugtrekken, degene Mijn Naam spreken, en degene het niet doen, degene die ongelukkig zijn, en degene die gelukkig zijn, degene die geven en degene die nemen, degene die een groter doel voelen, en degene die dat niet voelen, degene die met gelijke pas lopen en degene die aarzelen, degene die netjes zijn en degene die slordige zijn, degene die de Waarheid spreken en degene die valse getuigenissen afleggen, degene die leiden en degene die volgen, degene die zegeningen geven en degene die vloeken, degene die van het leven genieten en degene die het versmaden, degene die het leven geven en degene die het leven nemen, degene die verdwaald zijn, degene die anderen laten verdwalen, degene die in de bloei van hun leven zijn, en degene die op hun retour van het leven zijn, degene die gevangen zijn in de tijd en degene die gevangen zijn in de ruimte., ieder van jullie is Mijn kind, en ieder van jullie spreek Ik aan. Het zijn jouw ogen waarin Ik kijk. Het zjin jouw ogen die Ik open laat trillen. Het zijn jouw ogen die Ik met liefde zou verzachten. Het is in jouw hart waar Ik zoete crème zal schenken. Het is tegen jou dat Ik fluister, en het is tegen jou dat Ik lieve liefde fluister.

Denk je nou werkelijk dat Ik iemand buiten zou sluiten? Denk je nou werkelijk dat Ik uitkies wie Mijn geliefden zijn en wie niet? Ik maakte een keuze voor jouw geboorte, en mijn keus was om iedereen lief te hebben. Dat was de keus die Ik wilde, dus Ik gaf die aan Mijzelf. Het is jij die andere keuzes maakt. Het is jij jezelf die andere namen geeft dan liefde. Niet Ik. Ik ken jouw naam en Ik roep jou op deze manier.

Soms draai jij je hoofd alsof iemand jou geroepen heeft. Ik roep altijd naar jou. Ik fluister in jouw hart. Ik roep jouw naam.

Jij bent Mijn Goddelijke Liefde, toch denk jij dat je gefaald hebt. Jij denkt dat jij zonder liefde bent, of dat jij het alleen sporadisch hebt gegeven en weinig terug gekregen hebt. Elke manier waarop jij er naar kijkt, zal jij misschien voelen dat jij in het leven gefaald hebt. Met dat voorgevoel, heb jij Mij verwijderd uit jouw zicht. Jij verliet de Tuin, en zei dat Ik jou weggestuurd had.

Ik zou jij niet weggestuurd hebben. Ik zou jou nooit uitgezet hebben. Ik zou jou verwelkomen. Ik verwelkom jou zeker. Ik leid jou de Hemel in. Ik neem de Hemel naar jou. Jij gelooft Mij niet omdat jij niet in jezelf gelooft. Jij denkt dat jij in de steek gelaten bent alleen omdat jij jezelf in de steek gelaten hebt. Jij zet andermans God voor Mij, en jij zet andere Goden voor jou.

Kom terug, kom terug, Eeuwig Kind. Laat jouw voeten rusten, sus jouw voorhoofd, kom drink van het water dat Ik jou geef. Kom, wees verlicht met het licht dat Ik jou geef. Kom, wees aangeraakt door de aanraking die Ik jou geef. Kom, wees bemoedigd door het hart dat Ik jou geef. Kom hier, Breng iedereen met jou mee.

Jij kunt niet alleen komen, er kan niet heimelijk naar binnen gegaan worden. Er is alleen toegang voor iedereen. Zo moet het zijn. Er is niemand die Ik buiten zou sluiten. Niemand. Maar jij wel. Jij zou plaatsen aanwijzen. Jij zou sommigen vooraan en sommigen achteren en sommigen, als het aan jou lag, zou je het nooit toegeven.

Dat is het verschil tussen ons, geliefden, Jij houd vast aan het concept van de zonde terwijl Ik vasthoud aan het concept van de liefde. Laat jouw concepten gaan en accepteer de Mijne. Ga de Hemel met Mij nu binnen. Verwelkom iedereen zoals Ik iedereen verwelkom. Kom nu.