God zei:

Ik fluister naar jou. Ik fluister jou in, “ Jij bent Mijn geliefde.”

Zou dat jou Mij doen horen en je weet dat het tegen jou is dat Ik spreek. Als je me nu niet hoort, je zult Mij horen. Mij amper te horen is toch mij te horen. Ik daver niet wanneer Ik spreek. Ik spreek rustig en Ik zal je ontwaken, toch jou niet schokken. Wanneer je Mij hoort, zal je Mij horen vanuit binnenin jezelf.

Binnenin jezelf is de wildernis waar je het uitroept, totdat je Mijn Stem hoort. Misschien is het Mijn Stem alleen die je moet horen. Misschien betekent Mijn Stem meer dan Mijn Woorden. In ieder geval, hoor Mij. Ik ben binnenin jou gestationeerd.

Als je een zwak verlangen voor Mij voelt binnenin jou, het is Mijn Verlangen dat je voelt, want Ik verlang naar jou om Mij te ontvangen, want Ik maak een geheel uit van jou. Het geroep wat je hoort in jouw hart in Mijn geroep aan jou. “Hoor Mij.”

Is dit veel om te vragen? Het is weinig, toch het is alles. Het is de Sesam Open U.

Ik klop op jouw deur. “Laat mij erin,” zeg Ik. Je kan mij niet horen. Wanneer je mij niet hoort, hoor je niet jouw eigen verlangen naar Mij.

Jouw leven hoeft niet alles te zijn wat er is, toch jouw leven heeft Mijn Aanwezigheid nodig. Je hebt Mijn Aanwezigheid. Het betekent iets te weten dat je een fortuin binnenin je hebt.

Ik ben geen verwaande soort van God. Ik ben een huiselijke soort God.
Ik ben een Familie God. Ik ben van ganser harte de jouwe. Je kan Mij in een tijdelijke opschorting hebben gehouden voor een lange tijd.

Elke hoeveelheid tijd om Mij in tijdelijke opschorting te houden, is te lang.

Ik ben geen poortwachter. Ik ben een Deur-Opener. Ik ben de open deur waardoor je de trap naar de Hemel oploopt.

Ik zoek jou en je kan misschien niet weten dat je Mij zoekt. Je kan iets van een kleinigheid meer zoeken dan je zoekt naar jouw bewustzijn voor Mij. Soms ben ik niet meer dan de Ongeziene en Ongehoorde in jouw leven. Je kan Mij alleen zien op verre afstand of helemaal niet. Voor jou, kan Ik als een pakje zijn in de postkamer dat je nog niet hebt opgehaald. Je kan het altijd later nog halen.

Een prachtig ding over Mij is, wanneer je aan Mij deelneemt, er is geen einde aan Mij. Wanneer je eenmaal begint je voor Mij open te stellen, kijk uit --- er is altijd meer. Ik ben een standvastige rijkelijke soort van God.

Ik praat eerlijk tegen je. In ’t begin, lijkt het dat Ik rond de randen van jouw hart loop. Dat is, alleen zo ver als jij durft om Mij erin te laten. Misschien ben je afstandelijk. Op de een of andere manier ben je angstig om de Deur van Liefde te openen waarmee Ik jou biedt het Koninkrijk. Waar, je hebt een lange tijd zonder mij geleefd. In termen van Leven op Aarde, dat is heel waar.

Je hebt wat ideeën in je hoofd. Je durft jouw hart niet voor Mij te openen, toch je houdt er wat ideeën op na die nutteloos hangen aan de muur van jouw gedachten. Je hebt vrees om wat van die gedachten te laten gaan waar je je al zo lang mee ophoudt. Wie A zegt, moet ook B zeggen.

Wat een vreselijk iets denk je dat er zou kunnen gebeuren als je wat achterhaalde gedachten van de lijst zou afvoeren? De grote boze wolf zal je niet krijgen. De grote boze wolf heeft meer in zijn greep dan waar hij luidruchtig op kan kauwen.

Jij, daarentegen, in het midden van jouw leven, krijg trek. Je bent enigszins bewust van jouw aarzeling over om op Mij te stemmen, toch je kan iemand wezen die ziet jouw hele onthouding van Mij als een verklaring van onafhankelijkheid en zeer ten gunste van jou. Geliefde, hoe kan ontkenning van de Dichtbijheid en Éénheid van God, een pluim op je hoed wezen?

Een beetje realisatie van God zal tot uitdrukking komen als blosjes op jouw wangen.

Vertaler: Anja