God zei:

Wat denk je dat je nu aan het doen bent behalve grenzen verwijderen? Denk je dat er een andere manier is om bij het grenzeloze te komen? Hoe denk je dat je bij het grenzeloze komt? Niet door te blijven zoals je bent. Je hebt op alles gewacht om te veranderen behalve jezelf. En alles wat Ik zeg is dat je jouw oogleden een beetje moet opendoen om meer te zien, niet te blijven kijken naar wat je al gezien hebt, maar te zien wat recht voor je is. Nu dat je naar het grenzeloze begint te gluren, ben je bang dat je minder ziet, dat er iets van jou wordt afgenomen, terwijl je in werkelijkheid meer ziet.

Het grenzeloze is niet afgeschut, anders zou het niet grenzeloos zijn. Jij bent gewend aan heiningen, dat is alles. Dat is jouw situatie. Je maakt je zorgen om wat te doen en wat er gebeurt als je verder dan het vangnet van de heiningen kijkt die jij je om jou heen voorstelt. Ze hielden jou niet veilig. Ze hielden jou weg.

De behoefte aan veiligheid is een van jouw waanideeën.

Je hebt veiligheid een industrie gemaakt.

Je hebt alarmen gemaakt. Alarmen alarmeren jou.

Ik zeg je niet gealarmeerd te zijn. Ik zeg je jouw oogleden een klein beetje open te doen zodat je een bredere horizon kunt zien.

Wat deed Columbus? Hij stelde vast dat niemand over de rand van de Aarde kan vallen omdat er geen rand is. Hij onderdrukte angst. De angst was ingebeeld.

Ik zeg je dat alle angst wordt bedacht. Alle gevaar wordt ingebeeld. Waarom bedenk je niets beters dan angst?

De Aarde onder je voeten is van Mijn licht gemaakt. De Aarde onder jouw voeten is net zo goed Mijn licht als de Hemelen boven dat zijn. Als er geen op en geen neer is, dan kun je net zo goed in de Hemel lopen als op de Aarde. Er is een beetje durf voor nodig omdat je verkeerd geïnformeerd geweest bent.

Eigenlijk is het gedurfd van jou geweest op dezelfde plaats te blijven waar je bent. Ik bedoel plaats van bewustzijn. Het is niet zozeer gevaar te vermijden waar je leven om gaat. Het is kansen te grijpen. Hoe grijp je wat je niet kunt zien? Alleen door veel met de armen te zwaaien. Maar als je kunt zien, wat kun je dan niet grijpen? Welke druif kun je niet plukken?

Waarom genoegen nemen met een tros druiven in je hand als jouw visie de hele wijngaard kan omvatten?

Wat je ook denkt in jouw leven met je handen te hebben gegrepen, het is een klein deel van wat jou is aangeboden. Wat je in je leven ook met je handen gegrepen hebt, hoe stevig het jou ook mag lijken – het beweegt zich van jouw greep weg terwijl Wij spreken. In waarheid zijn het slechts de ogen die kunnen grijpen. Het oog neemt. Dan kan het hart accepteren.

De handen houden niet echt aan iets vast. Niets blijft stil in het land van beweging en relativiteit behalve onze Eenheid. Wat jouw hand ook omklemt, dat beweegt zich al van jouw greep weg.

De druiven rijpen. Ze worden geplukt. Of ze worden niet geplukt. Ze vallen van de wijnstok. Ze worden gegeten of niet gegeten. De druiven zijn een voorbijgaand iets. Zelfs de wijngaard is een voorbijgaand iets voor de veronderstelde eigenaar van de wijngaard, want de eigenaar van de wijngaard is geen eigenaar. Hij is een bewaarder. Hoeveel eigendomsakten op het land hij ook mag hebben, zijn eigendom is niets dan een stuk papier. Niets is eigendom. Alles is geleend. Of het is voor een poosje een geschenk.

Maar waar de wijngaard vandaan kwam, dat is blijvend.

Waar jij vandaan kwam, dat is blijvend.

De essentie van de wijngaard en de essentie van jou, ze blijven. Het is één essentie en die essentie verandert nooit. Ze is onveranderbaar. Zou je niet graag meer zien van wat de waarheid van jou is? Zou je niet graag de essentie zien die door alles van het leven loopt?

Zou je het niet graag een naam geven? Zou je het Naamloze niet graag een naam geven? In feite heb je dat gedaan.

Ik word afwisselend God en Liefde en het Eeuwige genoemd.

En dat is de essentie van de wijngaard.

En dat is de essentie van iedereen. Jij wordt genoemd bij een geluid dat geïdentificeerd wordt als jouw naam, maar die naam is niet jouw essentie. Jouw individuele naam is een alias. Je moet dat weten. Jij bent Eén, en je naam is Eén. Begrijp dat.